ECLI:NL:RBSGR:2008:BC5314
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid hennep
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 27 februari 2008 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het aanwezig hebben van 2.735 gram hennep. De verdachte, geboren in Groot-Brittannië en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd op 9 november 2007 in verzekering gesteld. De zaak kwam aan het licht na een anonieme melding over een hennepkwekerij in een loods, die leidde tot een politieonderzoek. Tijdens een doorzoeking op 10 november 2007 in een woning aan [adres 1] werden aanzienlijke hoeveelheden hennep aangetroffen, wat leidde tot de vervolging van de verdachte.
De verdediging voerde aan dat er sprake was van onrechtmatige bewijsgaring, omdat de politie onbevoegd de woning was binnengetreden. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende reden was voor de politie om de woning te betreden, gezien de eerdere meldingen en het hoge energieverbruik dat aan de verdachte was gekoppeld. De rechtbank achtte de bewijsvoering voldoende en concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 96 dagen, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het gevaar dat de illegale hennepteelt met zich meebrengt voor de volksgezondheid en de integriteit van de reguliere economie. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 47 van het Wetboek van Strafrecht en 3 en 11 van de Opiumwet.