ECLI:NL:RBSGR:2003:AL1729
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van vreemdeling zonder identiteitsdocument en verblijfplaats
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 juni 2003 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser A, die op 17 juni 2003 in bewaring was gesteld. Eiser, geboren in 1976 en van Burundische nationaliteit, verblijft in een huis van bewaring te Ter Apel. De rechtbank oordeelt dat verweerder, de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, terecht heeft vastgesteld dat eiser niet beschikt over een identiteitsdocument en dat hij verdacht wordt van het plegen van een misdrijf. Echter, de rechtbank concludeert dat verweerder niet heeft kunnen aantonen dat eiser geen vaste woon- of verblijfplaats heeft. De verblijfplaats van eiser was bekend bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en er was geen bewijs dat het COA had besloten om eiser verdere opvang te onthouden.
De rechtbank overweegt verder dat eiser in Nederland verblijft in afwachting van een lopende beroepsprocedure, wat betekent dat hij rechtmatig verblijf had. De rechtbank stelt vast dat de grond voor de bewaring, namelijk het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, niet opgaat. Hierdoor is de resterende grondslag voor de bewaring onvoldoende om een vermoeden van onttrekking aan de uitzetting te rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en beveelt de opheffing van de maatregel van bewaring. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van Euro 322,--. De uitspraak is gedaan door mr. B.I. Klaassens, rechter, en is openbaar gemaakt op 27 juni 2003.