Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 november 2024, met producties 1 tot en met 8;
- het antwoord, met producties 1 tot en met 5;
- de nadere producties 6 en 7 van gedaagden;
- de brief van de gemachtigde van B.O.S. van 22 april 2025, met producties 9 tot en met 12;
- de e-mail van de gemachtigde van B.O.S. van 25 april 2025, met productie 13;
- een tweetal videobestanden van gedaagden (producties 8 en 9);
- de e-mail van de gemachtigde van gedaagden van 29 april 2025, met (nog een) productie 9;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van B.O.S.
2.De beoordeling
Beklamel-norm) [1] ;
Ontvanger/Roelofsen-norm) [2] ;
Ontvanger/Roelofsen-norm, omdat B.O.S. onvoldoende heeft onderbouwd dat [bedrijf] wel verhaal had kunnen bieden als de vennootschap niet door middel van een turboliquidatie zou zijn ontbonden. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben onderbouwd dat [bedrijf] ten tijde van de liquidatie geen baten meer had en ook geen activiteiten verrichtte. Het ligt dan op de weg van B.O.S. om te onderbouwen dat er wel baten in [bedrijf] waren voordat het ontbindingsbesluit is genomen. Het enkele feit dat de vennootschap is geliquideerd terwijl er nog een vordering van B.O.S. lag, is onvoldoende om tot de conclusie te komen dat de liquidatie onrechtmatig is.
3.De beslissing
dinsdag 26 augustus 2025 om 11.30 uurin tweevoud moet zijn ontvangen op de rechtbank;