In deze zaak vordert de eiser, een man, de opheffing van conservatoir beslag en restitutie van bedragen die hij heeft betaald aan de gedaagde vrouw uit hoofde van executoriaal beslag. De achtergrond van de zaak betreft een affectieve relatie tussen partijen, die sinds 17 juni 2022 gezamenlijk eigenaar waren van een woning. Na de breuk in juni 2023 heeft de vrouw beslag gelegd op de uitkering van de man en later ook op zijn aandeel in de overwaarde van de woning. Een eerder vonnis van de kantonrechter, waarin de man werd veroordeeld om sieraden aan de vrouw af te geven, werd in hoger beroep vernietigd. De voorzieningenrechter oordeelt dat het vonnis zijn werking heeft verloren en dat de vrouw verplicht is om de onterecht geïncasseerde dwangsommen aan de man te restitueren. De vorderingen van de man worden toegewezen, inclusief een dwangsom voor het geval de vrouw niet aan de veroordelingen voldoet. De vrouw wordt ook veroordeeld in de proceskosten van de man.