Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Gedaagde zal hierna RWS genoemd worden.
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
inleiding
- de brugwachter van de Oude Botlekbrug onduidelijk en verwarrend heeft gecommuniceerd over de marifoon. Onder verwijzing naar het RAINWAT-akkoord en Handboek radiocommunicatie binnenvaart voeren Camaro c.s. aan dat de brugwachter van de Oude Botlekbrug in strijd met de regels voor marifooncommunicatie de ontvangst van berichten niet heeft geverifieerd en niet helder en bondig heeft gecommuniceerd;
- de brugwachter van de Oude Botlekbrug de brugverlichting aan had moeten passen. De Oude Botlekbrug toonde bij het passeren vier groene lichten. Bij het gesloten blijven van de Nieuwe Botlekbrug, hadden twee groene lichten en twee gele lichten (rondjes of wybertjes) moeten worden getoond. Door niet de juiste lichten te tonen heeft de brugwachter bijgedragen aan de onzorgvuldige communicatie;
- de brugwachter van de Oude Botlekbrug ten onrechte geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek om beide Botlekbruggen te openen. Ondanks de doorgegeven kruiphoogte van de ‘Camaro IV’ was de brugwachter van de Oude Botlekbrug verplicht om gevolg te geven aan het verzoek van de schipper van de ‘Camaro IV’ en om de Nieuwe Botlekbrug te (doen) openen. De brugwachter van de Oude Botlekbrug mocht hierin niet zelf een afweging maken op basis van de waterstand en de gecommuniceerde doorkruiphoogte. Ter onderbouwing van deze stelling verwijzen Camaro c.s. naar artikel 6.26 Binnenvaartpolitiereglement 2016 (BPR 2016), de Richtlijnen Vaarwegen 2011 met daarin opgenomen de richtlijnen voor bediening van kunstwerken 1996, het Bedienhandboek en de OSBI;
- de Nieuwe Botlekbrug en de Oude Botlekbrug in tandem bediend hadden moeten worden, omdat deze bruggen zich op een korte afstand van elkaar bevonden, hetgeen blijkt uit de Richtlijnen Vaarwegen 2011;
- de brugwachter van de Oude Botlekbrug had moeten schouwen.
- de schipper van de ‘Camaro IV’ niet aan de brugwachter van de Oude Botlekbrug heeft gevraagd om (ook) de Nieuwe Botlekbrug te openen;
- het verzoek van de schipper van de ‘Camaro IV’ om ‘beide bruggen te openen’ betrekking had op een opening van de Oude Botlekbrug en de Spijkenisserbrug;
- de brugwachter van de Oude Botlekbrug heeft gecommuniceerd dat de Oude Botlekbrug zou worden geopend en de Nieuwe Botlekbrug niet en dat de schipper van de ‘Camaro IV’ de marifoon (kennelijk) niet goed heeft uitgeluisterd of verkeerd heeft geïnterpreteerd;
- de schipper/bemanning van de ‘Camaro IV’ is vergeten de stuurhut te laten zakken om het schip in overeenstemming te brengen met de opgegeven doorkruiphoogte van 12,5 meter, met welke doorkruiphoogte het schip onder de gesloten Nieuwe Botlekbrug door had kunnen varen.
that the Central Commission for the navigation of the Rhine (CCNR) and the Danube Commission (DC) shall prepare a Guide concerning radiotelephone service on Inland Waterways according to an uniform model and publish it” en “
that Administrations shall take the necessary steps that the Guide is carried on board ships”.
“4.1.2 Marifoongespreksdiscipline
alleen de (…) ouwe en de Spijk?’ (04.34.12). Daarop vraagt de schipper van de ‘Camaro IV’ om het bericht te herhalen, omdat hij het niet had verstaan, waarna de brugwachter van de Oude Botlekbrug niet zijn boodschap herhaalt, maar doorgeeft wat de waterstand op dat moment was (04.34.23). Daarop reageert de schipper van de ‘Camaro IV’ dat hij ook een opening van de Spijkenisserbrug wil (04.34.29), waarop de brugwachter vervolgens om 04.34.34 zegt: ‘
Ja, dat zei ik ook. Van de Ouwe Botlekbrug en de Spijkenisserbrug. Niet van de Nieuwe van de Botlekbrug’. Op dat bericht komt geen reactie van de schipper van de ‘Camaro IV’. Tegen de achtergrond van de hiervoor vermelde voorschriften en uitgangspunten over heldere marifooncommunicatie, had de brugwachter van de Oude Botlekbrug uitdrukkelijk moeten verifiëren of de schipper van de ‘Camaro IV’ zijn berichten had begrepen. Daar was te meer reden toe, omdat de brugwachter van de Oude Botlekbrug zelf ter sprake bracht of de Spijkenisserbrug ook moest worden geopend. Aan RWS kan worden toegegeven dat de brugwachter twee keer in de marifooncommunicatie navraagt of de gevraagde opening ziet op de Oude Botlekbrug en de Spijkenisserbrug en dat zijn berichten op zichzelf – als die ook door de schipper van de ‘Camaro IV’ zijn verstaan – duidelijk zijn. Mede gelet op de bijzondere tijdelijke situatie waarin hij ook de door schippers te benaderen persoon was voor een opening van de Nieuwe Botlekbrug en dat de Spijkenisserbrug niet onder zijn verantwoordelijkheid viel, had hij echter moeten nagaan of de schipper van de ‘Camaro IV’ zijn berichten had ontvangen en had begrepen dat alleen de Oude Botlekbrug zou worden geopend. Deze handelswijze heeft bijgedragen aan de miscommunicatie met de schadevaring tot gevolg.
Dat de brugwachter van de Oude Botlekbrug er vanwege de doorgegeven kruiphoogte van 12,5 meter (die niet bleek te kloppen, omdat de kruiphoogte inclusief de stuurhut die omhoog bleef circa 15,5 meter was), de hoogte van de Nieuwe Botlekbrug en de waterstand vanuit is gegaan dat de Nieuwe Botlekbrug niet hoefde te worden geopend, omdat de ‘Camaro IV’ er onderdoor had kunnen varen, doet niet af aan het belang van heldere en zorgvuldige marifooncommunicatie.
‘lampie groen’ en vraagt vervolgens aan de schipper van de ‘Camaro IV’ ‘
ook meegekregen?’ (04.37.46). In reactie daarop meldt de schipper van de ‘Camaro IV’: ‘
meegekregen, lampies zijn groen.’
voor een opening van één, of een opening van beide, bruggen.
- de schipper van de ‘Camaro IV’ beschikte niet over een radardiploma;
- de schipper heeft niet gehandeld in overeenstemming met de opgegeven doorkruiphoogte van het schip, door tijdig zijn stuurhut te laten zakken;
- de schipper heeft de informatie van de brugwachter van de Oude Botlekbrug verkeerd geïnterpreteerd of de marifoon niet goed uitgeluisterd. De schipper had de brugwachter van de Oude Botlekbrug zelf om opheldering moeten vragen;
- bij het naderen van de brug heeft de schipper de maximum vaarsnelheid overschreden, terwijl hij in verband met het slechte weer juist snelheid had moeten minderen bij het naderen van de bruggen. Mede door de te hoge snelheid was het niet meer mogelijk om tijdig af te remmen om de ergste schade te voorkomen;
- de schipper heeft niet alle voorzorgsmaatregelen genomen die van hem gevergd konden worden op basis van goed zeemanschap: hij had de stuurhut moeten laten zakken.
alleen de ..eh.. de ouwe en de Spijk?’ (om 04.34.12), waarop de schipper van de ‘Camaro IV’ reageerde met: ‘
ik heb u niet verstaan, wat zegt u?’ (04.34.18). Dit had de schipper aanleiding moeten geven om een eenduidig antwoord of een bevestiging van de brugwachter van de Oude Botlekbrug te krijgen op zijn verzoek om beide Botlekbruggen te openen. De schipper en stuurman van de ‘Camaro IV’ hebben, zonder te verifiëren, aangenomen dat beide Botlekbruggen zouden worden geopend. De bemanning van de ‘Camaro IV’ mocht er niet zo maar van uitgaan dat allebei de bruggen zouden worden geopend. Dat de schipper om de hiervoor bedoelde bevestiging heeft gevraagd is niet gesteld en blijkt ook niet uit het marifoonverslag. Deze als onzorgvuldigheid aan te merken marifooncommunicatie levert een fout op van de schipper van de ‘Camaro IV’, waarvoor Camaro aansprakelijk kan worden gehouden.
- een bedrag van € 3.185,42 aan Camaro wegens niet onder de verzekering vergoede cascoschade (40% van € 7.963,56);
- een bedrag van € 47.017,20 aan Camaro wegens geleden stilligschade (40% van € 117.542,99);
- een bedrag van € 56.750,87 aan TVM wegens onder de polis vergoede cascoschade (40% van € 141.877,17);
- een bedrag van € 3.993,32 aan TVM wegens expertisekosten (40% van € 9.983,30).
- de schadeopstellingen zijn onbegrijpelijk. Er zit een overlap tussen de werkzaamheden, er staan onverklaarbare posten tussen en de data komen niet overeen;
- het is onbegrijpelijk waarom de herstelkosten van de onderdoorvaartseinen veel duurder is uitgevallen dan de eerder begrote € 6.500,00, waarvoor RWS eerder een garantie heeft gekregen;
- de conserveringsschade is pas een half jaar na het incident ontdekt, zodat de oorzaak daarvan niet meer is vast te stellen, omdat er na de schadevaring op 28 december 2016 nog meer incidenten / schadevaringen met de brug zijn geweest.
- de herstelkosten voor de onderdoorvaartlichten wordt vastgesteld op € 6.500,- nu onvoldoende gemotiveerd is gehandhaafd dat die schade zoveel hoger is uitgevallen dan de eerdere begroting op basis waarvan een garantie is afgegeven;
- de herstelkosten in verband met de conserveringsschade worden vastgesteld op nihil. Gelet op de betwisting van Camaro c.s. en het feit dat de inspectie pas een half jaar na het incident heeft plaatsgevonden, kan niet worden vastgesteld dat dit schade is in verband met de schadevaring van 28 december 2016. De in verband daarmee opgevoerde wettelijke rente (b) wordt ook vastgesteld op nihil;
- het arbeidsloon van de rijksambtenaar en inzet van hulpmiddelen worden als onbetwist vastgesteld op de door RWS opgevoerde bedragen;
- de administratiekosten worden vastgesteld op nihil, omdat RWS niet heeft gesteld waarom deze kosten schade als gevolg van de schadevaring zijn;
- de wettelijke rente (a) wordt vastgesteld over € 6.500,- van 28 december 2016 tot en met 31 juli 2017, hetgeen neerkomt op een bedrag ad € 76,93.
6.De beslissing
- een bedrag van € 47.017,20 wegens stilligschade, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf 10 maart 2017 tot de dag van volledige betaling;