ECLI:NL:RBROT:2025:653
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering en beoordeling van dringende redenen
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 24 januari 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de terugvordering van haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw) beoordeeld. Eiseres ontvangt sinds 16 april 2022 een bijstandsuitkering en heeft in 2023 bijzondere bijstand ontvangen voor griffierecht- en advocaatkosten. Op 8 december 2023 heeft Stroomopwaarts de bijstandsuitkering van eiseres ingetrokken over de periode van 6 juli 2023 tot en met 31 oktober 2023 en de verstrekte bijstand teruggevorderd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het bestreden besluit van 9 augustus 2024 heeft het bezwaar deels gegrond verklaard, waarbij de intrekking verviel maar de terugvordering werd gehandhaafd.
De rechtbank heeft op 20 december 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Eiseres betoogde dat er dringende redenen waren om van de terugvordering af te zien, omdat zij in bijstand behoevende omstandigheden verkeerde en de terugvordering onredelijk was. De rechtbank oordeelde echter dat Stroomopwaarts terecht de bijstandsuitkering heeft teruggevorderd, omdat eiseres voldoende draagkracht had door haar inkomsten uit een Persoonsgebonden Budget (PGB) en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten of griffierecht ontving.