Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde],
1.De procedure
- het tussenvonnis in het incident van 9 oktober 2024 en de daarin vermelde stukken,
- de akte van Divine, met bijlagen
- de antwoordakte van [gedaagde] en Yur Advocaten.
2.De verdere beoordeling in het incident
“zekerheidstelling proceskosten tgv Yur advocaten-[gedaagde] cfm vonnis 09-10-2024 Divine/[gedaagde]-Yur advocaten C/10/681745 HA ZA 24-575”.Verder heeft de advocaat van Divine bij e-mail van 5 november 2024 aan de advocaat van [gedaagde] en Yur Advocaten geschreven:
“(…) Divine heeft (…) een bedrag van € 7.000,00 doen bijschrijven op de derdengeldenrekening van mijn kantoor ten gunste van uw cliënten mr. [gedaagde] en Yur Advocaten als zekerheid voor de proceskosten tot betaling waarvan Divine jegens mr. [gedaagde] en Yur Advocaten in onderhavige procedure kan worden veroordeeld (…)”.
3.De beslissing
19 februari 2025voor het nemen van een conclusie van antwoord door [gedaagde] en Yur Advocaten,