Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 23 december 2021, met producties;
- de conclusie houdende incident tot zekerheidstelling ex artikel 224 Rv;
- de conclusie van antwoord in incident, met een productie;
- de akte uitlaten in incident tot zekerheidstelling ex artikel 224 Rv van de zijde van Bunnik;
- de conclusie van dupliek in incident, met een productie.
2..Het geschil in de hoofdzaak
3..Het geschil in het incident
beidepartijen en het kantoor van de advocaat van Xiamen getekende depotovereenkomst is de vrees gerechtvaardigd dat na afwijzing van de vorderingen van Xiamen in de hoofdzaak discussie ontstaat over de voorwaarden, termijn en wijze van uitbetaling aan Bunnik. Bovendien wordt Bunnik op deze wijze belast met het insolventierisico van het kantoor van de advocaat van Xiamen en verlaat het bedrag van de zekerheidstelling met storting op de derdengeldenrekening feitelijk niet de macht van Xiamen. Verder is het hoogst ongebruikelijk om op deze wijze zekerheid te stellen. Dat Xiamen niet in Nederland bankiert staat niet in de weg aan het stellen van aan bankgarantie door een Nederlandse grootbank, al dan niet onder storting van een depotbedrag bij die bank en/of met een contragarantie van haar eigen (Chinese) huisbank. Tot slot geldt met betrekking tot de kosten van dit incident dat Xiamen in de hoofdzaak zelf rauwelijks tot dagvaarding is overgegaan zonder daarbij zekerheid aan te bieden. Bunnik hoefde er daarom redelijkerwijs geen rekening meer mee te houden dat Xiamen tot vrijwillige zekerheidstelling bereid zou zijn. Xiamen dient daarom in de kosten van dit incident veroordeelt te worden.
4..De beoordeling in het incident
5..De beslissing
1 juni 2022moet zijn gesteld;
8 juni 2022voor akte uitlating door Bunnik over de vraag of zekerheid is gesteld door Xiamen met inachtneming van r.o. 4.8.;