Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam man] ,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 18;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties 19 tot en met 34;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende vermeerdering van eis in conventie, met producties 19 en 20;
- producties 21 en 22 van de zijde van de vrouw;
- de akte in reconventie houdende vermeerdering van eis van de zijde van [naam man] c.s., met productie 35;
- de producties 23 en 24 van de zijde van de vrouw;
- de spreekaantekeningen van mr. Van den Hurk;
- de spreekaantekeningen van mr. Schep en mr. Thijssen;
- de twee processen-verbaal van de mondelinge behandeling op 25 april 2024;
- de akte voorstel benoeming deskundige en vragen aan de deskundige van de zijde van de vrouw;
- de akte uitlating van de zijde van [naam man] c.s.
3.De feiten
- Werknemer verkrijgt als gevolg van de beëindiging van de deelname aan de Pensioenregeling premievrije tijdsevenredige pensioenaanspraken;
- De premievrije aanspraken bedragen per 30 juni 2017 als volgt:
4.Het geschil
in conventie
Primair, dat
Subsidiair:
5.De beoordeling in conventie en reconventie
opzettelijkonrechtmatig jegens de man heeft gehandeld. Nadat de tussenpersoon een verlengingsvoorstel van de Amersfoortse had gemaild vanwege het verhogen van de AOW-leeftijd tot 67 jaar, omdat de bestaande arbeidsongeschiktheidsuitkering slechts voorzag in uitkeringen (bij arbeidsongeschiktheid) tot leeftijd 65, heeft de vrouw de man onbevoegd vertegenwoordigd door voormeld bericht terug te mailen, aldus de man. De man zal hierdoor in de toekomst gedurende 33 maanden een verzekeringsuitkering mislopen. Als de vrouw niets had teruggemaild zou de verlenging automatisch zijn ingegaan en dus het AOW-gat automatisch zijn bijverzekerd.
in beginselevenredig voor hun rekening moeten nemen. De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat de rechter tot een andere verdeling komt tussen de ex-echtgenoten van het tekort. Daarvoor is met name plaats indien het aan de vereveningsplichtige echtgenoot is toe te rekenen dat een zodanig tekort is ontstaan of is opgelopen (HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:276).
€ 103.945 volgens de concept jaarcijfers 2020,
daarnaast(aldus de vrouw) blijkt uit prod. 5 DV dat bij Orthopedie BV per 30 juni 2017 een ouderdomspensioen was opgebouwd van
daarnaastin 5.17. in de stellingen van de vrouw is in ieder geval onvoldoende onderbouwd wat dit aangaat.
verdelen. Voorts is onder 5.18 al beslist dat het stamrecht buiten beschouwing blijft en dus zal dat ook buiten de vraagstelling aan de deskundige worden gelaten.
rechtheeft op conversie is van belang voor de door de deskundige vast te stellen aanspraak. De vrouw heeft hier tijdig aanspraak op gemaakt, verwijzend naar artikel 14.2 van de huwelijkse voorwaarden (zie hiervoor onder 3.2).
voorwaardelijkeindexering. Voor zoveel het financieel mogelijk is zullen de pensioenaanspraken worden verhoogd met indexering.
intentieom het pensioen zo veel mogelijk welvaarts- of waardevast te houden beoordeelt de rechtbank, in het licht van het hiervoor is overwogen, als onvoldoende om uit te gaan van een afdwingbaar recht van de vrouw op een stijging van de door de vrouw gestelde twee procent. Dat een voorwaardelijke indexering fiscaal kan worden gesteld op twee procent maakt het voorgaande niet anders.