Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 april 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
“
Bevinding(en):
Beoordeling door de rechtbank
inhet bekken zijn aangetroffen en, zoals verweerder heeft toegelicht, op die plek de anus/endeldarm wordt losgesneden en er na het slachtproces geen mest op het vlees kan komen omdat dan alle stadia van de productie zijn afgerond waar mest aan te pas zou kunnen komen, acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat de fecale bezoedeling tijdens de uitslachtfase moet zijn ontstaan. Dat de fecale bezoedeling door kruiscontaminatie of door een onbedoelde aanraking op het karkas terecht is gekomen, is gelet op de plek van de bezoedeling onwaarschijnlijk. In dat verband heeft verweerder erop gewezen dat het vlees op die plekken niet tegen elkaar aankomt. Nog daargelaten dat eiseres niet heeft onderbouwd dat een onbedoelde aanraking eenzelfde verschijningsvorm van de bezoedeling oplevert, heeft de toezichthouder ter zitting nog toegelicht dat gelet op de hygiënemaatregelen in de slachterij het zeer onwaarschijnlijk is dat de bezoedeling via een vervuilde handschoen op de karkassen terecht is gekomen. Anders dan in de uitspraak van deze rechtbank van 2 juli 2024 [3] is dan ook vast komen te staan dat de verontreiniging al tijdens de uitslachtfase is ontstaan en dat in die fase niet werd voldaan aan de punten 7 en 10.