I. Fidflex Contracting wordt veroordeeld tot naleving van de cao voor de Uitzendkrachten en de cao Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
II. Fidflex Contracting wordt veroordeeld om € 8.801,71, aan haar (ex-) werknemers te voldoen, zoals vermeld in de rapportage van Normec van 30 april 2020, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
III. Fidflex Contracting wordt veroordeeld om aan de SNCU te voldoen, een bedrag ter hoogte van het niet binnen vier weken nabetaalde deel van de vastgestelde materiele benadeling van € 8.801,71 ten titel van een aanvullende schadevergoeding;
IV. Fidflex Contracting wordt veroordeeld om aan SNCU te voldoen € 9.995,- als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
De vorderingen tegen [gedaagde 2] en zijn holding
V. [gedaagde 2] en zijn holding hoofdelijk worden veroordeeld om € 36.666,-, aan de ex-werknemers Fidflex Foodservices te voldoen, zoals vermeld in de rapportage van Providius van 26 januari 2021, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
VI. [gedaagde 2] en zijn holding hoofdelijk worden veroordeeld om aan de SNCU te voldoen, een bedrag ter hoogte van het niet binnen vier weken nabetaalde deel van de vastgestelde materiele benadeling van € 36.666,- ten titel van een aanvullende schadevergoeding;
VII. [gedaagde 2] en zijn holding hoofdelijk worden veroordeeld om aan SNCU te voldoen € 76.673,73,- als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VIII. [gedaagde 2] en zijn holding hoofdelijk worden veroordeeld om aan SNCU te voldoen € 5.885,- als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IX.
X. [gedaagde 2] en zijn holding hoofdelijk worden veroordeeld tot nabetaling aan de betrokken werknemers van het (resterende) bedrag van € 5.472,10, zoals toegewezen in het vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 1 juni 2018, zulks binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
XI. [gedaagde 2] en zijn holding hoofdelijk worden veroordeeld om aan de SNCU te voldoen, een bedrag ter hoogte van het niet binnen vier weken nabetaalde deel van de vastgestelde materiële benadeling van € 5.472,- ten titel van een aanvullende schadevergoeding;
XII. [gedaagde 2] en zijn holding hoofdelijk worden veroordeeld om aan SNCU te voldoen € 39.825,- als schadevergoeding, zoals toegewezen in het vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 1 juni 2018, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
XIII.
XIV. [gedaagde 2] en zijn holding [de kantonrechter leest:]
hoofdelijkworden veroordeeld in de buitengerechtelijke kosten van € 2.254,62 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;