In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres over de ingangsdatum van de aan haar toegekende bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Eiseres had een aanvraag voor bijstand ingediend met een gewenste ingangsdatum van 8 september 2023, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had de bijstandsuitkering per 12 april 2024 toegekend. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat er bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep op 17 februari 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 12 april 2024 een aanvraag voor bijstand heeft ingediend, maar dat zij eerder, op 23 september 2023, een uitkering op grond van de Ziektewet had gekregen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij door medische problemen en foutieve informatie van het UWV pas later contact heeft opgenomen met het college. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de bijstandsuitkering eerder dan 12 april 2024 wordt toegekend. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.