Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
27.januari 2025.
mr. [klaagster] , klaagster,
De officier van justitie antwoordt op vragen van de voorzitter:
‘highlights’uit het schriftelijke standpunt halen en een reactie geven op de advocaat. De rechter-commissaris stelt dat uit de (concept) notulen niet blijkt dat de advocaat tijdens de vergaderingen advies heeft gegeven, ook blijkt niets van de inhoud daarvan en de concept notulen geven daarvan – voor zover adviezen zijn verstrekt – geen schriftelijke weerslag.
De officier van justitie antwoordt op een vraag van de voorzitter:
De klaagster krijgt het laatste woord. Zij verklaart:
‘adviseren’dit stuk niet onder het verschoningsrecht valt, dan is dat een te beperkte uitleg van dit soort vergaderingen in aanwezigheid van advocaten. Dat zou een uitholling van het verschoningsrecht betekenen.
mr. Hatt voegt daaraan toe:
De klaagster verklaart:
‘mr. X of mr. Y adviseert (…)’dan levert dit een te beperkte uitleg op van de dynamiek tijdens dergelijke vergaderingen en van hoe dat werkt. Je zit er niet bij zodat het dan onder het verschoningsrecht valt. Je zit daar om te adviseren en dat advies wordt gereflecteerd in de notulen.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor beraad.
a prioriop dat het hier gaat om geheimhouderstukken, zeker niet vrijwel de volledige inhoud van die notulen, en daar komt bij dat de rechter-commissaris op basis van de inhoud van de stukken een beslissing heeft genomen en tot de conclusie is gekomen dat het verschoningsrecht hier niet opgaat. Dit betekent dus dat de rechtbank de stukken zal gaan inzien om tot een oordeel te komen. Bij de beoordeling of het om vertrouwelijke informatie gaat, zal de rechtbank in beginsel uitgaan van het standpunt van de advocaat dat dit het geval is, tenzij er redelijkerwijze geen twijfel over kan bestaan dat dit standpunt onjuist is.
24 februari 2025, om 13:00 uur, locatie Rotterdam.