Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van werkgever, met bijlagen;
- het aanvullende verzoekschrift van werkgever, met bijlagen;
- het verweerschrift van werknemer met tegenverzoek, met bijlagen;
- het verweerschrift tegen de tegenverzoeken, met bijlage;
- de spreekaantekeningen van werkgever;
- de spreekaantekeningen van werkneemster;
- de ter zitting overgelegde e-mail van werkgever van 19 maart 2024.
- namens werkgever [persoon A] (voorzitter), [persoon B] (penningmeester), [persoon C] (bestuurslid) met mr. A.C.M. Verhoeven;
- werkneemster met mr. B. Hoefnagels.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Het algemeen belang te dienen door het bevorderen van onderlinge contacten en goede verhoudingen tussen bewoners van de buurt, het onderling verbinden van mensen, het bevorderen van solidariteit en empathie, het bieden van hulp en ondersteuning door middel van het initiëren, organiseren, doen organiseren, mede organiseren, begeleiden, ondersteunen en coördineren van bijeenkomsten.”Het beleidsplan 2024-2025 dat is gepubliceerd op de website van [stichting X] bevestigt ook dat [stichting X] zich specifiek richt op Oud-Charlois. Dat het gaat om activiteiten ten behoeve van armoedebestrijding en het dus geen ‘bedrijf’ is, zoals werkneemster heeft gesteld, doet hier naar het oordeel van de kantonrechter niet aan af. Het gaat om een stichting die volledig in het vaarwater van werkgever opereert door de activiteiten die worden ontplooid. Werkgever en [stichting X] concurreren bovendien om dezelfde subsidies bij de gemeente Rotterdam. Werkneemster heeft tijdens de zitting uiteindelijk ook erkend dat [stichting X] een subsidieaanvraag heeft gedaan bij de gemeente (maar dat deze was afgewezen) en dat [stichting X] in de toekomst weer een nieuwe subsidieaanvraag zal gaan doen.