ECLI:NL:RBROT:2025:13497
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een naheffingsaanslag parkeerbelasting in verband met ADHD
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 4 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam beoordeeld. Eiser had een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting ontvangen, welke hij aanvecht op basis van persoonlijke omstandigheden, namelijk ADHD. De heffingsambtenaar had de naheffingsaanslag opgelegd omdat de auto van eiser zonder betaling was geparkeerd. Eiser was op bezoek bij zijn zus en had verzuimd om tijdig de parkeerapp te activeren, wat leidde tot de naheffingsaanslag van € 69,26. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser correct was uitgenodigd voor de zitting, maar niet is verschenen. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat de parkeerbelasting een objectieve belasting is en persoonlijke omstandigheden zoals ADHD in dit geval geen uitzondering vormen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.