ECLI:NL:RBROT:2025:120
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beslissing over twintig beroepen wegens niet tijdig beslissen op aanvragen bijzondere bijstand
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 2 januari 2025, wordt er beslist over twintig beroepen van eiser, [Naam], die verondersteld niet tijdig beslissen op zijn aanvragen om bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand aan het Drechtstedenbestuur. De rechtbank oordeelt dat alle beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, wat mogelijk is volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank stelt vast dat eiser continu misbruik van recht maakt, wat hem geen ontheffing van de verplichting om griffierecht te voldoen oplevert. Dit is in lijn met eerdere uitspraken die zijn gedrag als kwade trouw kwalificeren.
De rechtbank merkt op dat het Drechtstedenbestuur in de meeste gevallen wel degelijk een besluit heeft genomen, maar dat dit eiser er niet van heeft weerhouden om beroepen in te stellen wegens niet-tijdig beslissen. Het lijkt erop dat eiser niet geïnteresseerd is in de onderliggende besluiten, maar enkel in dwangsommen en proceskostenveroordelingen. De griffier heeft terecht griffierecht geheven, en omdat eiser dit niet heeft betaald, zijn alle beroepen niet-ontvankelijk verklaard.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.