5.2.Onder nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden worden verstaan feiten of omstandigheden die ná het eerdere besluit zijn voorgevallen, dan wel feiten of omstandigheden die weliswaar vóór het eerdere besluit zijn voorgevallen, maar die niet vóór dat besluit konden worden aangevoerd. Als het bestreden besluit die toets doorstaat, kan de rechtbank niettemin aan de hand van de aangevoerde gronden tot het oordeel komen dat het besluit op de herhaalde aanvraag of het verzoek om terug te komen van een besluit evident onredelijk is.
6. Naar het oordeel van de rechtbank is, anders dan eiser betoogt, het bestreden besluit gebaseerd op zorgvuldig onderzoek.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het medische dossier bestudeerd en daarbij alle beschikbare medische informatie van de behandelend sector in zijn beoordeling betrokken. Er is sprake van een herhaalde laattijdige aanvraag, waardoor bij de beoordeling ver moet worden teruggekeken in de tijd, reden waarom hij heeft kunnen afzien van een nieuw medisch onderzoek. Daarbij ligt volgens vaste rechtspraak van de Raad de bewijslast en dus ook het bewijsrisico bij een laattijdige Wajong-aanvraag bij de aanvrager.Het is dus aan eiser om zijn standpunt met stukken te onderbouwen. Voor zover onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over de gezondheidstoestand van eiser op de van belang zijnde data en het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker is vast te stellen, komen deze omstandigheden voor risico van eiser.
7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het UWV zich, onder verwijzing naar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 14 oktober 2024, terecht op het standpunt gesteld dat er geen nieuwe feiten of veranderende omstandigheden zijn gebleken die maken dat zou moeten worden teruggekomen van het eerdere besluit. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in dat rapport deugdelijk gemotiveerd dat geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die de eerder beschreven belastbaarheid van eiser rond zijn achttiende jaar en de vijf jaren erna doen wijzigen. Met de luchtwegproblematiek, evenals de aanwezige mentale beperkingen, werd rekening gehouden bij de eerdere Wajong-beoordeling. In de aanvraag en tijdens de bezwaarprocedure heeft eiser medische informatie van de reumatoloog, een brief van de huisarts en een brief van een adviserend arts van de gemeente van 28 april 2021 overgelegd. Deze medische stukken zien echter op de periode na 2019 en gaan derhalve niet over de voor de Wajong verzekerde periode van [geboortedatum] 2009 tot [geboortedatum] 2013. Ook de brief van de arts van de gemeente heeft geen betrekking op de voor de Wajong verzekerde periode, maar op de situatie per datum van het spreekuur. Uit de stukken van de huisarts blijkt dat eiser in de voor de Wajong verzekerde periode slechts eenmalig contact heeft gehad met de huisarts wegens verdenking virale infectie en dat de huisarts toen flixotide en serevent voorgeschreven heeft. In de episodelijst van de huisarts wordt mentale retardatie genoemd, maar dat is pas het geval vanaf april 2021, jaren na de voor de Wajong verzekerde periode. Bij de eerdere Wajong-beoordeling was daarbij dus ook al rekening gehouden met mentale beperkingen.
De bij de laatste Wajong-aanvraag ontvangen stukken kunnen dan ook niet gezien worden als nieuwe feiten of omstandigheden die aanleiding geven om de voorgaande beoordeling in het kader van de Wajong te herzien. Ook kan op basis van deze stukken niet vastgesteld worden dat de belastbaarheid zoals aangegeven bij de eerdere Wajong-beoordeling onjuist is geweest. Het UWV heeft met toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Awb het verzoek om herziening terecht afgewezen.