Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brief van de rechtbank waarmee een mondelinge behandeling is bepaald;
3.De feiten
toevoeging rb.] gerichte grieven heeft de Hoge Raad verworpen. Het oordeel dat de wijzigingsbedingen niet aan het transparantievereiste voldoen moet daarom ook bij de verdere beoordeling in dit geding na verwijzing tot uitgangspunt worden genomen. De mate waarin de wijzigingsbedingen als niet transparant moeten worden beoordeeld zal het hof verder in aanmerking nemen bij het beantwoorden van de vraag of de bedingen als oneerlijk kunnen beschouwd, mede gelet op het hierna te bespreken omzettingsrecht en het beëindigingsrecht van de leningnemers.
4.Het geschil
5.De beoordeling
op zichzelf beschouwdhet evenwicht tussen de rechten en verplichtingen voor de consument aanzienlijk verstoort (4.21). Het hof heeft in zijn navolgende overwegingen (4.22 en volgende) immers overwogen dat het per saldo (“echter”) gaat om het cumulatieve effect van alle bedingen uit de overeenkomst en dat het opzeggingsbeding uiteindelijk meebrengt dat het wijzigingsbeding niet oneerlijk is. In dat kader heeft het hof Den Haag, zoals volgt uit rechtspraak van het Europese Hof, [9] uitvoerig onderzocht of het opzeggingsrecht niet slechts een formeel recht is, maar daadwerkelijk door de leningnemers kan worden benut. Het hof heeft die vraag bevestigend beantwoord.
6.De beslissing
1980/106