Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] (ontvangen op 28 mei 2025), met bijlagen;
- het verweerschrift van [verweerder], met een voorwaardelijk tegenverzoek, met bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van [verweerder] van 22 juli 2025, met bijlagen;
- de brieven van de gemachtigde van [verzoekster] van 23, 24 en 27 juli 2025, met bijlagen;
- de twee brieven van de gemachtigde van [verweerder] van 28 juli 2025, met bijlagen;
- de pleitaantekeningen van beide advocaten.
2.De beoordeling
2.2. [verzoekster] verzoekt de rechtbank om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden. Primair omdat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder] (e-grond), subsidiair omdat sprake is van disfunctioneren (d-grond), meer subsidiair omdat er sprake is van andere omstandigheden, die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (h-grond) en uiterst subsidiair een combinatie van omstandigheden die in de wet zijn genoemd zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten (i-grond). [verzoekster] verzoekt bij het bepalen van de einddatum rekening te houden met de proceduretijd en [verweerder] een transitievergoeding toe te kennen als het handelen van [verweerder] niet ernstig verwijtbaar is.
- [verweerder] heeft er niet over overlegd met zijn medebestuurders;
- [verweerder] heeft de contracten niet voorgelegd aan de juridische afdeling;
- [verweerder] heeft risico’s genomen bij het afsluiten van contracten en ongunstige voorwaarden afgesproken.
- in 2021 over 2020 € 24.240,-
- in 2022 over 2021 € 35.055,05
- in 2023 over 2022 € 63.921,50
- in 2024 over 2023 € 71.610,-
15 september 2014 moet worden gehanteerd. Waar wel discussie over is, is over de vraag of de bonussen die [verweerder] ontving meetellen. Volgens [verzoekster] is dat niet het geval, omdat [verweerder] die bonussen ontving van het moederbedrijf. Die redenering volgt de rechtbank niet. [verweerder] heeft namelijk onbetwist gesteld dat hij die bonussen ontving voor zijn werkzaamheden voor [verzoekster]. Dit betrof dus een tegenprestatie voor het werk dat [verweerder] voor [verzoekster] uitvoerde. Dat deze bonus door het moederbedrijf is betaald in plaats van [verzoekster] maakt niet dat die bonus niet langer als loon moet worden gezien. [verzoekster] heeft de hoogte van de bonussen niet betwist. Voor de berekening van de transitievergoeding moet de gemiddelde bonus die [verweerder] heeft ontvangen
overde jaren 2022 tot en met 2024 bij het loon worden opgeteld. [3] Dat komt neer op € 3.764,76 per maand, namelijk € 63.921,50 + € 71.610,- + € 0,- gedeeld door 36. Dit leidt tot de hiervoor genoemde transitievergoeding.