ECLI:NL:RBROT:2024:9677

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
10549879 VZ VERZ 23-6629 en 11185781 VZ VERZ 24-6180
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging besluiten van de Vereniging van Eigenaars en vervangende machtiging voor nieuwe bestuurder

In deze beschikking van de kantonrechter te Rotterdam, gedateerd 4 oktober 2024, zijn de verzoeken van een groep eigenaren van appartementen in een VvE gericht tegen besluiten van de VvE behandeld. De verzoekers, die samen een minderheid van stemmen in de VvE vertegenwoordigen, hebben verzocht om vernietiging van besluiten die op 12 mei 2023 en 11 mei 2024 zijn genomen. De besluiten betroffen onder andere de goedkeuring van de begroting en de verhoging van de VvE-bijdrage, alsook de benoeming van een nieuwe beheerder. De verzoekers voerden aan dat zij geen inzage hebben gekregen in de financiële administratie van de VvE, wat hen heeft belet om adequaat deel te nemen aan de besluitvorming. De kantonrechter oordeelde dat de besluiten in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid, omdat de verzoekers niet de gelegenheid hebben gehad om de vergadering bij te wonen en de besluiten niet op een transparante manier tot stand zijn gekomen. De rechter heeft de besluiten vernietigd en de VvE veroordeeld om de administratie af te geven aan de kascommissie. Tevens is een vervangende machtiging verleend voor de benoeming van een nieuwe bestuurder en voorzitter, aangezien de huidige aanstellingen nietig zijn verklaard. De VvE is ook veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummers: 10549879 VZ VERZ 23-6629 en 11185781 VZ VERZ 24-6180
datum uitspraak: 4 oktober 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaken van

1.[verzoeker 1] ,

woonplaats: Amersfoort,
2.
[verzoeker 2],
woonplaats: Rotterdam,
3.
[verzoeker 3],
woonplaats: Wekerom,
4.
[verzoeker 4],
woonplaats: Wekerom,
5.
[verzoeker 5],
vestigingsplaats: Putten,
6.
[verzoeker 6],
woonplaats: Ridderkerk,
7.
[verzoeker 7] ,
woonplaats: Ridderkerk,
8.
[verzoeker 8],
vestigingsplaats: Amsterdam,
9.
[verzoeker 9],
vestigingsplaats: Amsterdam,
10.
[verzoeker 10],
woonplaats: Abcoude,
verzoekers,
gemachtigden: mr. M.J. Goedhart (in beide zaken) en mr. A. van der Schee (alleen in 10549879),
tegen
Vereniging van Eigenaars [naam VvE] te
Rotterdam,
vestigingsplaats: Rotterdam,
verweerster,
gemachtigde: mr. M.J.T.M. Verstegen (ARAG Rechtsbijstand te Leuden)
Partijen worden hierna ‘verzoekers’ en ‘de VvE’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier met zaaknummer 10549879 bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • de brief van de verzoekers van 16 oktober 2023, met bijlagen;
  • het verweerschrift, met een bijlage;
  • de spreekaantekeningen van de verzoekers.
1.2.
Op 27 oktober 2023 is deze zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren de verzoekers [verzoeker 3] , [verzoeker 4] , [verzoeker 7] en [verzoeker 6] aanwezig, met beide gemachtigden. Verder is daar [persoon A] verschenen namens verzoeker [verzoeker 2] . Namens de VvE zijn [persoon B] , [persoon C] en [persoon D] verschenen, met de gemachtigde. Aan het einde van de zitting hebben beide partijen de wens uitgesproken om de zaak onderling op te lossen. Daarom is de procedure aangehouden. Op 3 juni 2024 heeft de gemachtigde van verzoekers gemeld dat partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken en heeft hij verzocht om de procedure voort te zetten. Daarop is een vervolgzitting gepland op
13 september 2024.
1.3.
Kort daarna zijn verzoekers een tweede procedure gestart tegen de VvE. Het dossier van die zaak met nummer 11185781 bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het verweerschrift, met bijlagen;
  • de brief van de verzoekers van 6 september 2024, met bijlagen;
  • de mail van [persoon E] van 6 september 2024, met bijlagen.
1.4.
Op 13 september 2024 zijn beide zaken tijdens een zitting besproken. Daar zijn dezelfde vier verzoekers verschenen als bij de eerste zitting, met mr. Goedhart als gemachtigde. De VvE was wel op de hoogte van de nieuwe zitting, maar haar gemachtigde heeft vooraf bij brief van 5 september 2024 laten weten dat de VvE er bewust voor kiest om niet te verschijnen en zij heeft de kantonrechter verzocht de zaak schriftelijk af te wikkelen.

2.De beoordeling

Wat is de situatie?
2.1.
Het flatgebouw op het adres [straatnaam] [huisnummer A] - [huisnummer I] in Rotterdam bestaat uit twee winkels op de begane grond en daarboven zeven appartementen. De eigenaars van deze winkels en appartementen vormen samen de VvE.
2.2.
De eigenaar van de winkels is [persoon F] (hierna: [voornaam persoon F] ). Zijn zoon [persoon D] (hierna: [voornaam persoon D] ) is eigenaar van twee van de bovengelegen appartementen. Samen hebben zij 18 van de 28 stemmen in de VvE. De verzoekers zijn de eigenaars van de overige vijf appartementen. Zij hebben samen de resterende 10 stemmen. [persoon G] (hierna: [voornaam persoon G] ), een andere zoon van [voornaam persoon F] trad op het moment dat het eerste verzoekschrift werd ingediend op als voorzitter en bestuurder van de VvE.
De verzoeken naar aanleiding van de vergadering van 12 mei 2023
2.3.
Op 12 mei 2023 heeft een VvE-vergadering plaatsgevonden. Tijdens deze vergadering is gesproken over de begroting voor het jaar 2023. De verzoekers hebben voorafgaand aan de vergadering gevraagd om onderliggende financiële stukken, maar die hebben zij niet gekregen. Tijdens de vergadering is vervolgens gestemd. Alle verzoekers hebben gestemd tegen instemming met de begroting en ook tegen het voorstel om de VvE-bijdrage te verviervoudigen. [persoon F] en [persoon D] , die dus een meerderheid van stemmen hebben, hebben echter voor gestemd. Daarmee heeft de VvE dus de voorgestelde besluiten genomen.
2.4.
Verzoekers voelen zich buitenspel gezet, doordat zij geen inzicht hebben in de financiën van de VvE, maar door de stemverhoudingen geen invloed hebben op de besluitvorming. De besluiten zijn daardoor volgens hen in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Volgens hen zijn [voornaam persoon F] en [voornaam persoon G] bovendien niet bevoegd om als bestuurder en/of voorzitter van de VvE op te treden. Zij verzoeken daarom in deze procedure (na een vermindering van de verzoeken tijdens de tweede zitting):
  • het besluit om de VvE-bijdrage te verviervoudigen te vernietigen;
  • het besluit om in te stemmen met de begroting te vernietigen;
  • de VvE te veroordelen om de administratie binnen vier weken af te geven, op straffe van een dwangsom;
  • voor recht te verklaren dat de benoeming van [voornaam persoon F] en [voornaam persoon G] tot voorzitter en bestuurder nietig is;
  • een vervangende machtiging te verlenen voor het aanstellen van een nieuwe bestuurder en voorzitter;
  • te bepalen dat de VvE de administratie binnen vier weken moet overdragen aan de nieuwe bestuurder, op straffe van een dwangsom.
2.5.
De VvE is het niet eens met de verzoeken en voert het volgende aan. Verzoekers hebben geen recht op afgifte van de volledige administratie. De besluiten om de begroting goed te keuren en de bijdrage te verviervoudigen zijn gebaseerd op de onderhoudskosten die in het MJOP staan en zijn daarom niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Daarnaast is er geen reden om een nieuwe bestuurder te benoemen.
De verzoeken naar aanleiding van de vergadering van 11 mei 2024
2.6.
Op 11 mei 2024 (na de zitting in de eerste procedure) heeft een nieuwe VvE-vergadering plaatsgevonden. Niemand van verzoekers was daarbij aanwezig. Dat komt volgens hen omdat er geen rekening is gehouden met hun agenda’s en de vergadering bovendien ondanks hun verzoeken werd gehouden in een rumoerig poolcafé. Tijdens deze vergadering heeft de VvE onder andere de volgende besluiten genomen:
  • mevrouw [persoon H] (hierna: ‘ [persoon H] ’) is benoemd tot nieuwe beheerder;
  • het bestuur is decharge verleend voor het jaar 2023;
  • de VvE-bijdrage wordt vanaf het derde kwartaal bijgesteld naar twee keer de oorspronkelijke bijdrage (in plaats van de eerdere verviervoudiging)
  • er zal opdracht worden gegeven aan De Waal Dakwerken voor het renoveren van het dak van de winkelpanden.
2.7.
Verzoekers vragen om al deze besluiten te vernietigen, omdat ze in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. De overkoepelende reden daarvoor is dat verzoekers geen gelegenheid hebben gehad om de vergadering bij te wonen. Ook om inhoudelijke redenen zijn verzoekers het niet met de besluiten eens. Zij vinden dat [persoon H] niet moet worden benoemd als nieuwe beheerder, omdat zij geen objectieve, professionele partij is. Het bestuur kan volgens hen geen decharge worden verleend, omdat nog niet de volledige kascommissie de beschikking heeft over de financiële stukken. Wegens gebrek aan die stukken is er volgens hen ook geen reden om de VvE-bijdrage te verhogen. Ten slotte stellen verzoeker dat er geen opdracht aan De Waal kan worden gegeven voor dakrenovatie, omdat de noodzaak van die dakrenovatie onvoldoende is aangetoond.
2.8.
De VvE is het niet eens met de verzoeken en voert het volgende aan. De benoeming van [persoon H] als beheerder ligt in lijn met de wens van verzoekers in de eerste procedure en is goedkoper dan de externe partij die verzoekers hebben voorgesteld. Voor de verhoging van de ledenbijdrage geldt ook dat die in lijn is met de wensen van verzoekers en dat die nodig is op grond van het MJOP. De dakrenovatie is gebaseerd op het MJOP en daarom ook noodzakelijk. Ten slotte is terecht decharge verleend.
Het oordeel van de rechter
2.9.
De kantonrechter wijst bijna alle verzoeken toe. In deze beschikking legt hij dit oordeel uit.
Wat zegt de wet?
2.10.
Verzoekers vragen de kantonrechter in deze procedures om een aantal besluiten van de VvE te vernietigen. De kantonrechter kan dat onder andere doen als die besluiten in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid (artikelen 5:130, 2:15 en 2:8 BW). Een besluit kan wat betreft inhoud in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid als de VvE bij behoorlijke afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid en naar billijkheid niet tot dat besluit heeft kunnen komen. [1] Een besluit kan ook in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid door de manier waarop het tot stand is gekomen. Dat kan het geval zijn als de VvE een besluit heeft genomen zonder dat de VvE-leden voldoende gelegenheid hebben gehad om aan de besluitvorming deel te nemen. [2] Tegen de achtergrond van dit juridische kader oordeelt de kantonrechter als volgt.
De besluiten van 12 mei 2023 worden vernietigd
2.11.
Op 12 mei 2023 heeft de VvE besloten om in te stemmen met de begroting van 2023 en om de VvE-bijdrage te verviervoudigen. Verzoekers willen dat die besluiten worden vernietigd, omdat zij ondanks verzoeken niet de beschikking hebben gekregen over de bijbehorende financiële administratie. Verzoekers zijn allemaal nog niet lang eigenaar en willen daarom kunnen nagaan waar de bedragen in de begroting vandaan komen en of die begroting en de verhoging redelijk en reëel zijn.
2.12.
In reactie op dit verzoek heeft de VvE verwezen naar het MJOP. Volgens haar volgt daaruit dat er onderhoudskosten gereserveerd moeten worden. Of dat uit het MJOP valt op te maken laat de kantonrechter in het midden. Zelfs als dat zo zou zijn dan hebben verzoekers er namelijk nog geen zicht op welke reserves er op dit moment zijn, hoe die tot stand zijn gekomen en welke opbouw daarin voorzienbaar is. Er is geen discussie over dat verzoekers meermaals om die informatie gevraagd hebben en dat zij die tot vandaag niet gekregen hebben. Bij die stand van zaken had de VvE niet kunnen besluiten om de begroting goed te keuren en de VvE-bijdrage te verviervoudigen. Die besluiten worden daarom vernietigd.
2.13.
In eerste instantie hebben verzoekers ook een vervangende machtiging gevraagd, in die zin dat de VvE-bijdrage voor 2023 gelijk blijft. Dat verzoek hebben zij tijdens de tweede zitting ingetrokken, omdat vernietiging van de verhoging automatisch betekent dat de VvE-bijdrage gelijk blijft.
De VvE moet de administratie alsnog afgeven
2.14.
De beheerder van de VvE moet op grond van het splitsingsreglement aan iedere eigenaar inzage geven in de financiële administratie (artikel 40 lid 6). De VvE-beheerder weigert dit dus ten onrechte. Volgens de VvE is dat inzagerecht niet onbeperkt en moeten de leden specificeren welke stukken zij willen zien. Dat is de kantonrechter met de VvE eens, maar dat hebben verzoekers in hun verzoekschrift ook gedaan. De VvE heeft niet gesteld dat het verstrekken van die specifieke stukken in redelijkheid niet mogelijk is, gezien de tijd, kosten of moeite die daarmee gepaard gaat. Dit staat dus niet aan toewijzing in de weg.
2.15.
Verzoekers vragen om de VvE te veroordelen om die administratie alsnog af te geven. Ze hebben in het verzoekschrift niet concreet gemaakt op welke manier zij dat willen. De kantonrechter heeft tijdens de tweede zitting gevraagd (ook met oog op efficiëntie) of voldoende is dat de VvE de administratie afgeeft aan de twee leden van de kascommissie, te weten de verzoekers [verzoeker 4] en [verzoeker 7] . Zij hebben namelijk vanuit hun taak in ieder geval deze stukken al nodig. Zij kunnen de stukken zo nodig doorgeleiden naar de overige verzoekers. Daar hebben de verzoekers ter zitting geen bezwaar tegen gemaakt. De kantonrechter zal daarom in die zin beslissen.
2.16.
De kantonrechter veroordeelt de VvE om de stukken af te geven binnen vier weken, zoals de verzoekers hebben verzocht. Het gaat daarbij om de stukken die de VvE in het verzoekschrift heeft genoemd, met de kanttekening dat de verzoekers daarin nog de stukken tot en met 2022 vroegen. Gezien het tijdsverloop hebben zij dat verzoek tijdens de zitting gewijzigd naar de stukken tot en met heden.
2.17.
De kantonrechter zal de dwangsom maximeren tot € 250,- per dag, omdat daar al voldoende een prikkel vanuit gaat om de veroordeling na te komen.
De besluiten om [voornaam persoon F] en [voornaam persoon G] voorzitter of bestuurder te maken zijn nietig
2.18.
[voornaam persoon F] en [voornaam persoon G] zijn in het verleden opgetreden als voorzitter en/of bestuurder van de VvE. Volgens de verzoekers heeft de VvE echter nooit een besluit daartoe genomen. Zij stellen daarom dat de aanstelling van [voornaam persoon F] en [voornaam persoon G] als voorzitter en/of bestuurder nietig is.
2.19.
De kantonrechter stelt vast dat uit het splitsingsreglement volgt dat alleen door de vergadering van eigenaars een voorzitter (artikel 32 lid 5) en bestuurder (artikel 40 lid 1) kan worden benoemd. Het had daarom op de weg van de VvE gelegen om te stellen (en te onderbouwen) wanneer de vergadering van eigenaars heeft besloten dat [voornaam persoon F] en [voornaam persoon G] als bestuurder en/of voorzitter worden aangesteld. Dat heeft zij niet gedaan. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat beide heren op rechtsgeldige wijze zijn benoemd, zodat de kantonrechter daarom voor recht zal verklaren dat hun aanstelling nietig is (artikel 5:129 en artikel 2:14 lid 2 BW).
De besluiten van 11 mei 2024 worden ook vernietigd
2.20.
Op 11 mei 2024, na de eerste zitting op 27 oktober 2023, heeft opnieuw een VvE-vergadering plaatsgevonden. In eerste instantie was deze gepland op Tweede Paasdag
(1 april 2024) in een poolcafé. De verzoekers hebben laten weten dat zowel deze dag, als de locatie voor hen geen optie is. Ze hebben voorgesteld om een datumprikker rond te sturen en de locatie te wijzigen naar een kantoor in de buurt (VvE010). De VvE heeft niet gereageerd op deze verzoeken. Ze heeft alleen de vergadering verplaatst naar zaterdag 11 mei 2024. De verzoekers hebben opnieuw gevraagd om deze te verplaatsen, in ieder geval naar een doordeweekse dag. De reden daarvan is dat de meeste eigenaren het beheer hebben overgedragen aan een professionele organisatie en dat de gemachtigde van de verzoekers ook graag aanwezig wilde zijn. De VvE heeft niet op deze bezwaren gereageerd en de vergadering door laten gaan. Geen van de verzoekers is daarbij verschenen.
2.21.
De kantonrechter stelt voorop dat voor alle besluiten die op deze vergadering zijn genomen geldt dat deze in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid, alleen al door de manier waarop deze tot stand zijn gekomen. Door de manier waarop de vergadering is ingepland hebben verzoekers namelijk niet voldoende gelegenheid gehad om deel te nemen aan de besluitvorming (2.10). Ook om (meer) inhoudelijke redenen zijn de besluiten in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter benoemt dat hierna (voor de volledigheid) kort.
De benoeming van [persoon H] als nieuwe bestuurder
2.22.
Tijdens de vergadering is mevrouw [persoon H] benoemd als nieuwe bestuurder. De verzoekers zijn vooraf niet op de hoogte gesteld van de voorgestelde nieuwe bestuurder. Bovendien hebben de verzoekers onbetwist gesteld dat [persoon H] geen professionele bestuurder is. Zij heeft alleen een hotmailadres, is online onvindbaar, heeft geen online beheerportaal, en geen KvK-inschrijving. Door de VvE is niet onderbouwd waarom [persoon H] wel een geschikte bestuurder is. Dit benoemingsbesluit wordt daarom vernietigd.
Decharge en verdubbeling van de VvE-bijdrage
2.23.
Tijdens de vergadering is aan het bestuur decharge verleend voor het jaar 2023. Daarnaast is besloten dat de VvE-bijdrage die eerder was verviervoudigd (2.11) wordt verlaagd naar twee maal de oorspronkelijke bijdrage. Voor deze besluiten geldt hetzelfde als voor de besluiten van 11 mei 2023, namelijk dat de verzoekers nog steeds geen inzicht hebben in de financiële administratie. Om die reden worden ook deze besluiten vernietigd.
Renovatie van het dak van de winkelpanden
2.24.
De VvE heeft verder besloten dat opdracht wordt gegeven aan De Waal Dakwerken voor het renoveren van het dak van de winkelpanden. Verzoekers hebben aangevoerd dat zij niet beschikken over informatie waaruit blijkt dat renovatie van dat dak nodig is. De VvE heeft de noodzaak van die renovatie niet onderbouwd. Het besluit om opdracht te geven voor renovatie wordt daarom ook vernietigd.
De kantonrechter geeft een vervangende machtiging voor het benoemen van een externe beheerder en een nieuwe voorzitter
2.25.
Uit het voorgaande volgt dat de aanstelling van [voornaam persoon F] en [voornaam persoon G] als voorzitter en bestuurder nietig is en dat de benoeming van mevrouw [persoon H] vernietigd wordt. Dat betekent dat de VvE nu feitelijk geen voorzitter en bestuurder heeft. De verzoekers hebben daarom om een vervangende machtiging gevraagd om Muneris Vastgoeddiensten te benoemen tot bestuurder en de heer [persoon I] (bestuurder van verzoeker [verzoeker 5] ) tot voorzitter.
2.26.
In principe besluit de vergadering van eigenaars over de benoeming van de bestuurder en voorzitter (2.18). Als de vergadering dat zonder redelijke grond weigert kan de medewerking worden vervangen door een vervangende machtiging van de kantonrechter (artikel 5:121 BW). [3]
2.27.
Verzoekers hebben onbetwist gesteld dat zij op de vergadering van 12 mei 2023 hebben voorgesteld om een externe bestuurder te benoemen, maar dat de VvE dat heeft geweigerd. De VvE heeft niet aangevoerd welke redelijke grond zij hiervoor heeft. De kantonrechter oordeelt dat er juist veel aanleiding is om wel een externe bestuurder te benoemen. In deze twee procedures en de gang van zaken daaromheen is voldoende tot uitdrukking gekomen dat de relaties binnen de VvE ernstig verstoord zijn. De VvE en verzoekers kunnen niet tot afspraken komen en lijken alleen door te procederen tot besluitvorming te kunnen komen. Bovendien is de VvE momenteel feitelijk onbestuurd. De kantonrechter ziet in die omstandigheden aanleiding om de verzoeken toe te wijzen.
2.28.
Verzoekers vragen ook om toestemming te verlenen aan Muneris om zich als bestuurder van de VvE in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Zij hebben niet gesteld op basis waarvan de kantonrechter die bevoegdheid heeft. Dat verzoek wordt daarom afgewezen.
2.29.
De kantonrechter benoemt zoals verzocht [persoon I] (de bestuurder van één van de verzoekers) tot voorzitter. Hiermee wordt namelijk ook voorkomen dat zowel de meerderheid van de stemmen als het voorzitterschap bij dezelfde eigenaar(s) berust. Zoals uit deze procedures is gebleken draagt dat niet bij aan het draagvlak van de besluiten en het vertrouwen van alle leden in de VvE. Mogelijk brengt deze benoeming de zaken meer in evenwicht.
De administratie moet worden overgedragen aan de nieuwe bestuurder
2.30.
Het spreekt voor zich dat de VvE de administratie moet overdragen aan de nieuwe bestuurder. Het verzoek van verzoekers dat daarop is gericht, en ook niet door de VvE is betwist, wordt daarom toegewezen. De dwangsom wordt toegewezen, maar gematigd tot
€ 250,- per dag (2.17).
2.31.
Verzoekers verzoeken de veroordeling van de VvE om die administratie af te geven binnen vier weken na de beschikking. Het is echter nog niet duidelijk wanneer de nieuwe bestuurder uiteindelijk zal worden aangesteld. Om de VvE voldoende tijd te geven, bepaalt de kantonrechter dat deze administratie moet worden afgegeven binnen vier weken nadat de nieuwe bestuurder is benoemd.
De VvE moet de proceskosten betalen
2.32.
De proceskosten van beide procedures komen voor rekening van de VvE, omdat zij ongelijk krijgt. De kantonrechter begroot die kosten in de procedure 10549879 op € 86,00 aan griffierecht alsmede € 813,- aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punten x € 271,-) en in de procedure 11185781 op € 87,00 aan griffierecht alsmede € 406,50 (1,5 punten x € 271,-) aan gemachtigde salaris. De nakosten worden vastgesteld op € 135,-. Dat is in totaal dus € 1.527,50. Hier kan nog een bedrag bij komen als deze beschikking wordt betekend.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad
2.33.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv). Dat betekent dat de beschikking meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.
Hoe nu verder?
2.34.
Uit deze beschikking komt voldoende naar voren dat de verhoudingen binnen de VvE moeizaam zijn. De familie Dronkers, met een meerderheid van de stemmen in de VvE, staat steeds tegenover de andere eigenaars. Deze beschikking helpt partijen mogelijk verder, maar het lost de problemen naar verwachting van de kantonrechter, ook met een optimistische bril op, niet definitief op. Partijen hebben tijdens de eerste zitting gesproken over een ondersplitsing van de VvE, in een winkel-VvE en een woningen-VvE. Deze oplossing leek in eerste instantie te slagen, maar later heeft de familie Dronkers dit geblokkeerd. De reden daarvan is dat zij stelt dat zij lange tijd geld heeft gestort in de VvE en dat dit geld met name is besteed aan onderhoud van de woningen en dat juist nu het onderhoud van de winkels aan de beurt is verzoekers de VvE willen splitsen. Verzoekers hebben tijdens de zitting te kennen gegeven dat een denkrichting is dat ter compensatie een deel van de reserves van de hoofd-VvE wordt gestort in de nieuwe winkel-VvE.
2.35.
De kantonrechter moedigt partijen aan om deze optie serieus te onderzoeken. Zij zijn als eigenaars tot elkaar veroordeeld en hebben er allemaal baat bij dat de verhoudingen worden genormaliseerd. Vermoedelijk is de hulp van de gemachtigden, als objectieve externen, daarbij onmisbaar.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt de volgende besluiten die de VvE op 12 mei 2023 heeft genomen:
  • het besluit om de VvE-bijdrage te verviervoudigen;
  • het besluit om in te stemmen met de begroting van 2023;
3.2.
vernietigt de volgende besluiten die de VvE op 11 mei 2024 heeft genomen:
  • het besluit om mevrouw [persoon H] aan te stellen als nieuwe beheerder;
  • het besluit om de ledenbijdrage vast te stellen op tweemaal de oorspronkelijke bijdrage;
  • het besluit om het bestuur decharge te verlenen voor 2023;
  • het besluit om De Waal Dakwerken opdracht te geven voor renovatie van het winkeldak;
3.3.
veroordeelt de VvE om binnen vier weken na de datum van deze beschikking de volgende stukken uit de periode 1 januari 2018 tot en met de datum van deze beschikking af te geven aan de verzoekers [verzoeker 4] en [verzoeker 7] , digitaal wanneer het digitale stukken betreft en kopieën wanneer het niet-digitale stukken betreft:
  • bankafschriften op volgnummer;
  • de administratie en boekhouding;
  • alle facturen die aan de administratie ten grondslag liggen;
  • alle begrotingen inclusief onderliggende facturen, offertes en het MJOP;
  • alle offertes van verschillende leveranciers die zijn uitgebracht aan de VvE.
en bepaalt dat de VvE een dwangsom is verschuldigd van € 250,- per dag dat zij dit nalaat, met een maximum van € 10.000,-;
3.4.
verklaart voor recht dat de aanstelling van [persoon C] en [persoon B] als bestuurder en/of voorzitter van de VvE nietig is;
3.5.
verleent vervangende machtiging aan verzoekers voor het aanstellen van Muneris Vastgoeddiensten als beheerder en de heer [persoon I] als voorzitter van de VvE;
3.6.
veroordeelt de VvE om de administratie van de VvE over te dragen aan de nieuwe bestuurder van de VvE, binnen vier weken nadat deze bestuurder is benoemd, en bepaalt dat de VvE een dwangsom verschuldigd is van € 250,- per dag dat zij dit nalaat, met een maximum van € 10.000,-;
3.7.
veroordeelt de VvE in de proceskosten van beide procedures, die aan de kant van de verzoekers worden begroot op € 1.527,50;
3.8.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
3.9.
wijst al het andere af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
33394

Voetnoten

1.Kamerstukken II 1984/85, 17725, 7 (MvA), p. 16 en Hoge Raad 9 januari 1987, ECLI:NL:HR:1987:AG5502, 3.3 en 3.4
2.Hoge Raad 30 oktober 1964, ECLI:NL:HR:1964:AB6473,
3.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 februari 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1126, 6.8