Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres
de burgemeester van de gemeente Rotterdam, de burgemeester
Inleiding
- namens eiseres: haar gemachtigde, haar bestuurder [naam 2] en haar medewerker [naam 3];
- namens de burgemeester: de gemachtigde, [naam 4] en [naam 5].
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
- Bij objectief vastgestelde overlastklachten van de huidige horeca-inrichting;
- Als tegen de aanvrager of tegen de horeca-inrichting waarvoor hij een vergunning aanvraagt een bestuurlijke maatregel van kracht is dan wel een voornemen tot het nemen van een bestuurlijke maatregel bestaat;
- Als over de bestaande exploitatie bestuurlijke procedures (waaronder bezwaar, beroep en/of een Bibob-onderzoek naar de bestaande exploitatie en/of aanvrager of zijn leidinggevenden) lopen, welke van invloed zijn op de besluitvorming;
- Als de inrichting langer dan een jaar niet is geëxploiteerd.
- Indien sprake is van een aanvraag voor een coffeeshop, speelautomatenhal of seksbedrijf.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 29 december 2023;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven;
- bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 371,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester tot betaling van € 2.998,- aan proceskosten aan eiseres.
mr.P.F.H.M. Terstegge, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
26 augustus 2024.