In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de weigering om een dwangsom toe te kennen wegens het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland. Eiser had zich op 10 mei 2017 gemeld voor het aanvragen van een bijstandsuitkering en procedeert sindsdien tegen de afwijzing van deze aanvraag. De Centrale Raad van Beroep heeft eerder in 2020 en 2022 uitspraken gedaan die de gemeente verplichtten om bijstand aan eiser te verlenen. Ondanks deze uitspraken heeft de gemeente verzuimd tijdig te beslissen op het bezwaar van eiser, wat leidde tot de ingebrekestelling door eiser op 7 maart 2023. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling niet onredelijk laat is ingediend en dat de gemeente in gebreke is gebleven. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en stelt de dwangsom vast op € 1.442,-. Tevens wordt de gemeente veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiser. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. van Spengen en is openbaar uitgesproken op 19 augustus 2024.