In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een slachterij, tegen een boete van € 2.500,- die haar is opgelegd voor een overtreding van de Wet dieren. De boete werd opgelegd door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur op 13 januari 2023, en werd gehandhaafd in het bestreden besluit van 17 mei 2023. De rechtbank heeft het beroep op 24 juli 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat eiseres een beboetbaar feit heeft gepleegd door een levend kuiken in een bak met dode dieren te plaatsen, wat in strijd is met de geldende procedures. De rechtbank oordeelt dat het interventiebeleid van de NVWA niet onduidelijk of onredelijk is en dat de definitie van 'herhaalde overtreding' niet onevenredig is. Eiseres betwist de boete en stelt dat er eerst een waarschuwing had moeten worden gegeven, maar de rechtbank oordeelt dat de boete terecht is opgelegd op basis van eerdere overtredingen.
De rechtbank wijst erop dat de boete van € 2.500,- passend is en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een lagere boete rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de opgelegde boete. De uitspraak is gedaan door mr. A.M.J. Adriaansen en is openbaar uitgesproken op 15 augustus 2024.