In deze zaak heeft de kantonrechter op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan over het ambtshalve ontslag van [persoon A], de zoon van betrokkene, als bewindvoerder en mentor. De beslissing volgde op een zorgelijke situatie binnen de familie, waarbij alcoholverslaving en vermoedelijk misbruik van de bankpas van betrokkene aan de orde waren. Betrokkene, geboren in 1947, verblijft in een zorginstelling en is gediagnosticeerd met dementie/alzheimer. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verhoudingen binnen de familie ernstig verstoord zijn, wat de belangen van betrokkene in gevaar brengt. De kantonrechter heeft daarom besloten om een professionele bewindvoerder en mentor aan te stellen, in dit geval Stichting Veritas Vertegenwoordiging en Stichting Veritas Mentorschap, beide gevestigd in Rotterdam. De kantonrechter heeft ook een onderzoek verzocht naar eventuele financiële malversaties door [persoon A] over de periode vanaf november 2023. De uitspraak benadrukt het belang van een objectieve belangenbehartiging voor de kwetsbare betrokkene, die niet in een familiestrijd mag worden betrokken. De beslissing kan in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de uitspraak.