Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 3],
[gedaagde 4] (overleden),
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure in het kort
3.De feiten
[functie 1]. Op 21 november 2012 heeft [naam 2] een klaagschrift tegen [gedaagden 3&4] ingediend bij de Turkse openbare aanklager vanwege het schenden van arbeidsvrijheid en -rechten, belediging, bedreiging en agressieve daden om [naam 2] onder druk te zetten bepaalde bedrijfsgeheime productieprocessen van [eiseres 1] voor [gedaagde 2] toe te passen. Op 24 december 2013 heeft de Turkse rechtbank [gedaagde 4] strafrechtelijk veroordeeld wegens bedreiging en belediging van [naam 2] .
depositions(getuigenverklaringen) ingebracht. Tot een inhoudelijk oordeel van de ITC is het niet gekomen. Ook bij diverse Nederlandse rechterlijke instanties zijn procedures gevoerd tussen Dow c.s. en een aantal [naam concern] -vennootschappen ter zake van, onder meer, schending van bedrijfsgeheimen. In 2019 hebben Dow c.s. en [eiseres 1] een schikking getroffen.
4.Het geschil in de hoofdzaak
de uitgebreide rectificatietekst is hier weggelaten, rb.]
de uitgebreide rectificatietekst is hier weggelaten, rb.]
5.De beoordeling in de hoofdzaak
Verzoek om heroverweging van de internationale bevoegdheid
allevorderingen van [eiseressen] jegens
allegedaagden. Deze aanname en stelling zijn niet juist. Zoals ook in het vonnis van 28 december 2022 is uitgeschreven, heeft de rechtbank ter zitting aangegeven dat het verweer dat de Nederlandse rechter (onder meer) niet bevoegd is om een wereldwijd bindend gebod of verbod uit te spreken, een ander karakter heeft en dat dit in de loop van de procedure aan de orde zal kunnen komen. Die mededeling betrof niet de eerder al behandelde exceptie van onbevoegdheid maar de materieelrechtelijke vraag of het gezag van de Nederlandse rechter buiten de landsgrenzen zover reikt dat hij iedere gevraagde maatregel jegens iedere gedaagde zou mogen opleggen in alle landen waarvoor [eiseressen] dit vraagt. Die vraag zal – zoals ter zitting is besproken en uit het vonnis van 28 december 2022 blijkt – bij de inhoudelijke beoordeling aan de orde moeten komen.
the council of eldersof buren, zoals vereist conform de Turkse wet. Het is niet uitgesloten dat het in beslag genomen materiaal door [eiseressen] zelf is geplant of bewerkt. [gedaagden] verzoekt de rechtbank de in beslag genomen bewijsstukken terzijde te schuiven, zoals ook de Turkse strafrechter gedaan heeft. Los daarvan zijn die bewijsstukken onvoldoende voor toewijzing van de vorderingen. [eiseressen] maakt niet duidelijk welke informatie zij als bedrijfsgeheim bestempelt en waarom die informatie stuk voor stuk zou voldoen aan de definitie van de Wbb. Verder is het nog maar de vraag of [eiseressen] rechtmatig houder is van de gestelde bedrijfsgeheimen, nu het erop lijkt dat zij die informatie of een gedeelte daarvan zelf op onrechtmatige wijze kan hebben verkregen van Dow c.s. Daarover is immers in twee landen uitvoerig geprocedeerd. Ook betwist [gedaagden] dat zij de gestelde informatie onrechtmatig heeft gekregen en/of gebruikt voor haar eigen producten, laat staan dat zij daar aanzienlijk voordeel mee heeft behaald. De vorderingen zijn bovendien verjaard. [eiseressen] is al sinds 2012 of in ieder geval 2016 bekend met de beweerde inbreuk op haar bedrijfsgeheimen en stuiting is niet gesteld.
De bescherming is enkel een gevolg van de maatregelen die de houder van de geheime informatie heeft genomen om die geheim te laten blijven. De aanspraak op bescherming van een bedrijfsgeheim is dus zelf geen IE-recht en is ook niet gepresenteerd als een sui generis recht (…)” (zie TK, 2017-2018, 34 821, nr. 3, p. 4 en 6). Daaruit volgt dat voor de bescherming van bedrijfsgeheimen een op zichzelf staand regime is geschapen.
the council of eldersof buren. Voor de Turkse strafrechter was dat een reden om, naar Turks procesrecht, het bewijs buiten beschouwing te laten bij zijn beoordeling. Die omstandigheid hoeft niet zonder meer afbreuk te doen aan de betrouwbaarheid van het in beslag genomen bewijs in een civielrechtelijke procedure in Nederland.
Is sprake van een bedrijfsgeheim?
- recepten en productiemethoden voor emulsiepolymeren en precursorpolymeren;
- technieken voor het verbeteren van de efficiëntie van de productieprocessen;
- instructies voor het bedienen en inregelen van de apparatuur voor het vervaardigen van de producten;
- andere informatie die nodig is om producten van [eiseressen] op het gebied van emulsiepolymeertechnologie te vervaardigen.
- grondstoffenlijsten, recepten en werkwijzen ten aanzien van de emulsiepolymeren van [eiseressen] ;
- een lijst met de geheime codes die [eiseressen] gebruikte voor haar producten, grondstoffen en leveranciers;
- lijsten waarin (in codetaal) is vermeld welk product [eiseressen] aan welke klant verkocht en welke grondstoffen [eiseressen] betrok van welke leverancier.
[functie 2]van [eiseres 1] . In die verklaring beschrijft [naam 3] , onder verwijzing naar bijlagen bij haar verklaring, hoe de ontwikkeling van het product [product 1] door de R&D afdeling van [eiseressen] in zijn werk is gegaan. Daarnaast verklaart [naam 3] dat de andere producten van [eiseressen] op soortgelijke wijze zijn ontwikkeld. Hoewel de omschrijving van de ontwikkeling van dit ene product nog niet betekent dat de gestelde andere producten ook op die manier tot stand zijn gekomen, blijkt uit deze verklaring genoegzaam dat het ontwikkelen van de emulsiepolymeren binnen het [naam concern] langdurig en kostbaar onderzoek vergt, en dat ieder product een eigen recept en werkwijze/productiemethode heeft.
Is [eiseres 2] (rechtmatig) houder van de bedrijfsgeheimen?
Heeft [gedaagde 2] de bedrijfsgeheimen van [eiseressen] onrechtmatig verkregen?
[eiseres 2] wijst in dit verband onder meer op de opbrengst van het Turkse bewijsbeslag dat op 3 juli 2013 bij [gedaagde 2] is gelegd. Hierboven is al geoordeeld dat die gegevens bij de beoordeling mogen worden betrokken. Op basis van hetgeen over en weer over die gegevens is gesteld en betoogd, en op grond van de veroordeling van [naam 1] in Turkije wegens het doorspelen van bedrijfsgeheimen van [eiseres 1] aan [gedaagde 2] komt de rechtbank tot de conclusie dat [gedaagde 2] de beschikking heeft gekregen over in ieder geval een aantal bedrijfsgeheimen van [eiseressen] , en dat deze verkrijging onrechtmatig was. Zo nodig zal de rechtbank later concreet en specifiek vaststellen welke recepten, procedés en dergelijke ten aanzien van welke producten of technologieën dit betreft. Voor nu volstaat de vaststelling dat [gedaagde 2] onrechtmatig bedrijfsgeheimen van [eiseressen] heeft verkregen.
Gebruikt [gedaagden] de bedrijfsgeheimen van [eiseressen] onrechtmatig?
het bedrijfsgeheim op onrechtmatige wijze heeft verkregen;
goederen waarvan het ontwerp, de kenmerken, de werking, het productieproces of het in de handel brengen aanzienlijk voordeel heeft of hebben bij bedrijfsgeheimen die onrechtmatig zijn verkregen, gebruikt of openbaar gemaakt”.
In die bijlage heeft zij op productniveau toegelicht en onderbouwd op welke wijze [gedaagde 2] de bedrijfsgeheimen van [eiseressen] heeft gebruikt om eigen producten (verder) te ontwikkelen en te verhandelen en waarom die producten in haar visie inbreukmakende goederen zijn.
Date Modifiedhebben van 23 maart 2023. Ook in een lijst met
hash-waardes(een soort digitale vingerafdruk) van individuele bestanden is sprake van een
Date Modifiedvan 22 september 2013. Dat wekt de indruk dat er na het beslag wijzigingen in de bestanden zijn aangebracht door [eiseressen] , aldus [gedaagden]
Date Modifiedvan veel bestanden een latere datum aangeeft, betekent nog niet dat [eiseressen] bestanden (inhoudelijk) heeft gewijzigd. De
Date Modifiedverandert immers al wanneer een emailprogramma wordt geopend of een bestand wordt opgeslagen. Hetzelfde geldt voor de
hash-waardes, aldus [eiseres 2] .
Date Modifiedal wijzigt bij het openen of opslaan van een bestand, hetgeen de rechtbank aannemelijk voorkomt, lag het op de weg van [gedaagden] om aan de gestelde manipulatie van bewijs door [eiseressen] handen en voeten te geven. Dit heeft zij onvoldoende gedaan. Zij beperkt zich tot speculaties, zonder concreet te maken welke bestanden zouden zijn gewijzigd en op welke manier. Daarbij komt dat partijen al jarenlang zowel strafrechtelijk als civielrechtelijk procederen over de rechtmatigheid van de inbeslagname en de bewijskracht van de daarmee gemoeide bescheiden. Reeds daaruit wordt aannemelijk dat [gedaagde 2] c.s weet wat er beslagen is in Turkije, en zij heeft het tegendeel ook niet gesteld. Ervan uitgaande dat [gedaagden] al jaren weet wat er concreet is beslagen in Turkije, kan zij niet volstaan met de – na gemotiveerde betwisting niet verder uitgewerkte – suggestie dat het in beslag genomen materiaal mogelijk door [eiseressen] is gemanipuleerd. Dit geldt temeer nu de stelling van [eiseres 2] , dat [gedaagde 2] direct na het Turkse bewijsbeslag een kopie van het beslagen bewijsmateriaal heeft ontvangen, steun vindt in het vonnis van de Turkse strafrechter van 9 juli 2021. Daarin (productie EP5, p. 10 van de Engelse vertaling) is vermeld:
“…the search was carried out, various digital materials and samples were seized in the places detailed in the minutes during the search, again in the quality control / laboratory section “ [eiseres 1] letterhead” 122 pages of computer printouts were seized, the image of digital materials was taken, a copy was given to company officials”.
business-to-businessmarkt. Het is niet mogelijk om bestellingen te plaatsen via de website. In welke landen [gedaagden] dus haar producten feitelijk aanbiedt of verkoopt viel dus buiten het zicht van [eiseres 2] . Van de vermelding op de website van [gedaagde 2] dat zij exporteert naar meer dan 50 landen, is niet bekend wanneer die op de site is gezet. Ook uit de verwijzing van [gedaagden] naar de stelling van [eiseressen] (in randnummer 4.14 van de dagvaarding) dat zij in het najaar van 2012 merkte dat [gedaagde 2] begon met het aanbieden van producten die vergelijkbaar waren met haar eigen producten, kan, zonder verdere onderbouwing, niet worden geconcludeerd dat [eiseres 2] wist dat er sprake was van internationale verhandeling van inbreukmakende goederen door [gedaagde 2] , dat wil zeggen buiten Turkije. Over [gedaagden 3&4] oordeelt de rechtbank niet anders.
legal opinion, waarom de vorderingen van [eiseres 1] jegens ieder van [gedaagden] naar Turks recht toewijsbaar zouden zijn. Daarbij kan onder meer van belang zijn hoe naar Turks recht over het begrip ‘bedrijfsgeheimen’ wordt gedacht, wat in dat verband geldt als onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen c.q. onrechtmatige daad, en of het Turkse materiële recht ruimte biedt voor toewijzing van hetgeen in deze procedure wordt gevorderd. Voor formeelrechtelijke of procesrechtelijke vragen zal het Nederlandse recht van belang zijn. Daarna mag [gedaagden] daartegen verweer voeren, tevens bij voorkeur onder overlegging van een
legal opinion. Van partijen wordt verwacht eveneens in te gaan op wat naar Turks recht heeft te gelden met betrekking tot het beroep van [gedaagden] op verjaring van de vorderingen van [eiseres 1] . Gelet op de tijd die met het opstellen van
legal opinionsgemoeid zal zijn, zal de rechtbank de procedure geruime tijd aanhouden.
de rechtbank begrijpt: [eiseres 1]] daarover rechtmatig beschikt, veroordeling van [eiseressen] , om binnen twee weken na het te wijzen vonnis digitaal afschrift aan [gedaagden] te verschaffen van:
- alle
- de door [eiseressen] aan het verweer ten grondslag gelegde
- relevante stukken uit de Amerikaanse procedure voor zover die niet onder de
depositionsen getuigenverklaringen die in de Amerikaanse ITC-procedure zijn ingebracht en subsidiair afgifte van de door de ITC afgegeven
protective orderen van alle relevante stukken waarvan de
protective orderafgifte niet verbiedt.
protective orderis verboden deze aan derden te verspreiden.
protective orderen alle stukken waarvan verspreiding niet is verboden over te laten leggen, zoals [gedaagden] subsidiair vordert.
7.De beslissing
woensdag 9 oktober 2024voor het nemen van een akte over hetgeen is overwogen onder r.o. 5.57-5.58 en 5.75 aan de zijde van [eiseressen] ;