ECLI:NL:RBROT:2024:6406
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot benoeming als notaris op basis van financiële kwetsbaarheid en geschiktheidseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2024 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om benoeming tot notaris door de minister voor Rechtsbescherming. Eiser had op 1 juni 2022 een verzoek ingediend om benoemd te worden tot notaris in [plaatsnaam 2], maar dit verzoek werd op 21 november 2022 afgewezen. De minister baseerde zijn besluit op adviezen van de Commissie van deskundigen notariaat (Cvdn) en de Commissie toegang notariaat (Ctn), die beiden concludeerden dat eiser niet voldeed aan de vereisten voor benoembaarheid, met name vanwege een kwetsbare financiële positie en een onvoldoende onderbouwd ondernemingsplan.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waarbij eiser aanvoerde dat de adviezen van de Ctn en Cvdn niet voldoende onderbouwd waren en dat er geen gegronde vrees bestond voor schending van de regels van het notarisambt. De rechtbank oordeelde echter dat de minister zich terecht op de adviezen kon baseren, aangezien deze zorgvuldig tot stand waren gekomen en de conclusies goed waren gemotiveerd. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van schending van de beginselen van behoorlijk bestuur en dat de minister de afwijzing van het verzoek tot benoeming tot notaris terecht had gehandhaafd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de minister in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van een solide financieel plan en de geschiktheidseisen voor de benoeming tot notaris, evenals de rol van deskundigen in het beoordelingsproces.