ECLI:NL:RBROT:2024:6340
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bestuurlijke boetes voor het vervoeren van een geit die niet geschikt was voor transport
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 12 juli 2024, worden de beroepen van eisers tegen de boetebesluiten van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beoordeeld. De zaak betreft de boetes die aan eiseres en eiser zijn opgelegd voor het vervoeren van een geit die niet geschikt was voor transport, omdat het dier niet in staat was zich pijnloos te bewegen. De rechtbank oordeelt dat er twijfel bestaat over de vraag of de geit voor aanvang van het transport daadwerkelijk pijn had en of deze niet in staat was om zich pijnloos te verplaatsen. De rechtbank stelt vast dat de toezichthouder van de NVWA tijdens een inspectie op 18 november 2021 heeft geconstateerd dat de geit kreupel was en niet in staat om op eigen kracht te staan. Echter, eisers betwisten deze bevindingen en wijzen op de verklaring van een dierenarts die de geit vlak voor het transport heeft gezien en geen tekenen van pijn heeft waargenomen. De rechtbank concludeert dat de Minister onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de geit niet geschikt was voor transport, en vernietigt de boetebesluiten. De rechtbank bepaalt dat de boetes komen te vervallen en dat de Minister het griffierecht aan eisers moet vergoeden. De proceskosten worden vastgesteld op € 2.123,-.