Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 11 van de vrouw;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in (voorwaardelijke) reconventie, met producties 1 tot en met 12 van de man;
- de brief van 14 december 2023 van de rechtbank, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling;
- de brief van 14 maart 2024 van de rechtbank, waarbij partijen nader zijn geïnstrueerd met betrekking tot de mondelinge behandeling;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie met producties 12 tot en met 15 van de vrouw;
- de e-mail van de rechtbank van 8 april 2024, waarin de man is verzocht nadere stukken over te leggen;
- de brief van mr. Bakker van 14 april 2024 met producties 13 tot en met 20 van de man;
- de mondelinge behandeling op 25 april 2024.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
“dat zij met betrekking tot de kosten van de huishouding en het jaarlijkse verrekenbeding geen nadere verrekening wensen”.Volgens de vrouw hebben partijen wel verrekend. Dat blijkt volgens haar uit artikel 7.1 van het echtscheidingsconvenant waarin partijen verklaren
“de tussen hen bestaande eenvoudige gemeenschap en huwelijkse voorwaarden met inachtneming van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid te hebben verdeeld en verrekend”.Bovendien moet een afspraak om niet te verrekenen volgens de vrouw beschouwd worden als een verrekening.