In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Allianz Global Corporate & Specialty SE en Ribowa Bootservice B.V. De kern van het geschil betreft de vraag welke overeenkomst van toepassing is tussen partijen, waarbij de rechtbank concludeert dat er sprake is van een gemengde overeenkomst van bewaarneming en opdracht. Allianz, de eiseres, vorderde een schadevergoeding van Ribowa, de gedaagde, omdat de motoren van een boot die aan Ribowa in bewaring waren gegeven, waren gestolen. De rechtbank oordeelt dat Ribowa niet tekort is geschoten in haar zorgplicht als bewaarnemer. De rechtbank stelt vast dat Ribowa voldoende maatregelen heeft getroffen om diefstal te voorkomen, zoals het uit het water halen van de boot en het stallen op een afgesloten terrein. De rechtbank wijst erop dat de zorgplicht van een bewaarnemer niet verder reikt dan bij een gemengde overeenkomst, en dat het niet hebben van een verzekering niet automatisch leidt tot aansprakelijkheid. De rechter concludeert dat de diefstal niet aan Ribowa kan worden toegerekend, waardoor zij niet gehouden is de schade te vergoeden. Allianz wordt veroordeeld in de proceskosten.