Uitspraak
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“preventie en verzekering”staat een sub kopje:
“beveiliging”met een aantal blokjes die aangekruist kunnen worden. Daarbij is alleen aangekruist het kopje dat luidt:
“omheind, afsluitbaar terrein”. De overige niet aangekruiste kopjes luiden:
“geen speciale beveiliging”,
“afsluitbare loods, garage, schuur of andere overdekte ruimte”en
“terrein of stallingsruimte voorzien van alarminstallatie”. In de nacht van 6 op 7 mei 2015 is de caravan van [appellant] gestolen van het terrein van [geïntimeerde] . [appellant] heeft geen verzekering tegen diefstal van de caravan afgesloten.
a prioriin bevestigende of ontkennende zin te beantwoorden. Dit betekent dat indien [geïntimeerde] met inachtneming van voorgaande criteria heeft gedaan wat van een goed bewaarnemer mag worden verwacht, het niet aan hem is toe te rekenen dat hij de caravan niet meer aan [appellant] kan teruggeven. Van aansprakelijkheid is dan geen sprake. Indien hij niet aan de op hem rustende zorgplicht heeft voldaan, is het wel aan hem toe te rekenen dat hij niet aan zijn verplichting om de caravan terug te geven aan [appellant] kan voldoen en is hij aansprakelijk voor de door [appellant] geleden schade.
rief 11.
grief 2.
grief 12faalt nu de conclusie van de kantonrechter dat geen sprake is van een tekortkoming van [geïntimeerde] dient te worden gelezen in het licht van het ook door de kantonrechter gehanteerde hiervoor (in r.o. 2.4.) geformuleerde uitgangspunt. Dat betekent dat de conclusie van de kantonrechter in rechtsoverweging 4.14 dient te worden gelezen als dat geen sprake is van een tekortkoming
in de zorgplicht. Van een onjuist rechtsoordeel is geen sprake. Of er sprake is van een tekortkoming in de zorgplicht van [geïntimeerde] zal hierna worden beoordeeld.
grieven 1, 3 en 4– kort samengevat – op tegen het oordeel van de kantonrechter dat het gehele terrein van [geïntimeerde] deugdelijk zou zijn omheind en afgesloten kan worden. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
korte opmerking verbalisant”:
”
Grieven 1, 3 en 4falen dan ook.
grief 8komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat het onlogisch zou zijn om voor de poort die volgens [geïntimeerde] is opengebroken, de zogenoemde legoblokken te leggen. Volgens [appellant] mocht dit uit hoofde van de op [geïntimeerde] rustende zorgplicht wel worden verwacht te meer daar hij heeft aangegeven de poort al tien jaar niet meer te gebruiken en er al eens eerder een caravan is gestolen.
grief 8.Daarbij heeft wel te gelden dat in het kader van de zorgplicht de poort afgesloten moet zijn geweest ten tijde van de diefstal van de caravan. Indien dat niet het geval was, of indien de dief de beschikking had over de sleutel van de poort, is wel sprake van schending van de zorgplicht van [geïntimeerde] .
grieven 5 en 6falen.
grief 7komt [appellant] op tegen rechtsoverwegingen 4.8 en 4.9 van het vonnis waarvan beroep waarin is overwogen dat niet is gebleken van een verplichting van [geïntimeerde] tot het laten bewaken van het terrein door een waakhond en dat het ontbreken van camerabewaking geen tekortkoming in de zorgplicht zou opleveren. Als productie 26 bij memorie van grieven heeft [appellant] foto’s van de bordjes overgelegd waaruit blijkt dat er een waakhond aanwezig zou zijn evenals camerabewaking. Deze mededelingen van [geïntimeerde] gedaan via de bordjes vormen volgens [appellant] onderdeel van de stallingsovereenkomst. Immers bestaat de overeenkomst ook uit datgene wat partijen over en weer uit elkaars uitlatingen hebben mogen begrijpen. Nu er bordjes hangen van een waakhond en camera’s, mocht [appellant] er op vertrouwen dat zulks onderdeel uitmaakte van de overeenkomst, aldus steeds [appellant] .
Grief 7faalt dan ook.
grief 10geen zelfstandige betekenis toe zodat ook deze grief faalt.