Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Van Leeuwen Schoonmaak VLS B.V.,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 25 en 31 juli 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de akte indienen aanvullende stukken van [eiseres], met bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van VLS en Starr van 12 februari 2024, met bijlage;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [eiseres].
2.De beoordeling
- de werknemer moet stellen en bij betwisting bewijzen dat hij in de uitoefening van zijn functie schade heeft geleden. In het algemeen is voldoende dat komt vast te staan dat het ongeval hem is overkomen op de werkplek. Het begrip werkplek mag daarbij ruim worden genomen. Dit betekent niet zonder meer dat de werknemer ook moet bewijzen hoe het ongeval zich heeft voltrokken en wat de oorzaak daarvan is (zie onder meer HR 4 mei 2011, ECLI:NL:HR:2001:AB1430, en HR 29 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2432);
- als komt vast te staan dat de werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, is de werkgever in beginsel aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW. Slaagt de werkgever er niet in het bewijs te leveren dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, dan is het causaal verband tussen zijn tekortkoming en het ongeval gegeven. Hij kan dan evenwel nog aan aansprakelijkheid ontkomen indien hij stelt, en zo nodig bewijst, dat nakoming van zijn zorgplicht het ongeval niet zou hebben voorkomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
envaker sprake is geweest van problemen met onverwacht dichtgaande liftdeuren, mag van een werkgever als VLS worden verwacht dat zij haar werknemers daarvoor (toch) waarschuwt. De kantonrechter kan op basis van de door partijen overgelegde stukken echter niet vaststellen of sprake was van eerdere (recente) problemen met de liftdeuren die maken dat zo’n waarschuwing op zijn plaats was. De verklaringen die [eiseres] heeft overgelegd leveren dat bewijs niet, omdat daaruit alleen blijkt dat er eerder weleens problemen zijn geweest, maar niet hoe frequent die waren en ook niet dat dit in de periode direct voorafgaand aan het ongeval aan de orde was. [eiseres] heeft er wel op gewezen dat er een logboek moest worden bijgehouden door de medewerkers van VLS. Uit dit logboek zou moeten blijken of er eerder problemen met de lift waren. Omdat [eiseres] niet over dit logboek beschikt, maar VLS wel, is het aan VLS om haar stelling dat geen sprake was van problemen met de lift voldoende te onderbouwen door inzage te geven in de gegevens in het logboek. VLS heeft alleen een kopie van het logboek over de maand oktober 2020 aan [eiseres] verstrekt. Naar het oordeel van de kantonrechter geeft VLS daarmee een te beperkte inzage in de gegevens die zij onder zich heeft en die van belang zijn voor het debat in deze procedure. Om in het kader van beantwoording van de vraag of VLS al dan niet haar zorgplicht heeft geschonden te kunnen vaststellen of er al dan niet eerder (en ook later) – relevante – problemen met de lift waren, zal VLS ook inzage moeten geven in het logboek over de maanden augustus, september en november 2020. De kantonrechter zal VLS opdragen om die gegevens alsnog bij akte in het geding te brengen. [eiseres] mag daar dan vervolgens op reageren.
3.De beslissing
donderdag 16 mei 2024 om 11.30 uurbij akte een kopie in het geding te brengen van het logboek van de locatie Caiway waar [eiseres] op 9 oktober 2020 heeft gewerkt over de maanden augustus, september 2020 en november 2020;