ECLI:NL:RBROT:2024:2107

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
15 maart 2024
Zaaknummer
10638578 CV EXPL 23-2931
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto en de risicoaanvaarding door de koper

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [persoon01] en [persoon02] over de koop van een tweedehands Audi A4. [persoon01] heeft de auto op 1 april 2023 gekocht voor € 10.500,-, maar stelt dat de auto niet voldoet aan de overeenkomst vanwege gebreken aan de motor en versnellingsbak. Hij heeft [persoon02] in gebreke gesteld en vordert ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopsom. [persoon02] betwist de gebreken en stelt dat [persoon01] het risico van technische gebreken heeft aanvaard, wat ook in de overeenkomst is vastgelegd.

De kantonrechter oordeelt dat de auto voldoet aan de overeenkomst en wijst de vorderingen van [persoon01] af. De rechter stelt vast dat [persoon01] zich bewust was van de risico's en dat hij uitdrukkelijk heeft ingestemd met de voorwaarden van de koop, waaronder het aanvaarden van het risico op gebreken. De kantonrechter wijst ook de tegenvordering van [persoon02] toe, waarbij hij de helft van de gemaakte reparatiekosten kan vorderen van [persoon01]. De proceskosten worden aan [persoon01] opgelegd, omdat hij ongelijk heeft gekregen in zowel de conventie als de reconventie. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 10638578 CV EXPL 23-2931
datum uitspraak: 14 maart 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[persoon01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
gemachtigde: mr. S. Yadegari,
tegen
[persoon02],
h.o.d.n. [autobedrijf01] ,
woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. J.C. de Graaff.
De partijen worden hierna ‘ [persoon01] ’ en ‘ [persoon02] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 24 juli 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, tevens eis in reconventie, met bijlagen;
  • het antwoord in reconventie, tevens aanvullende producties, tevens eisvermeerdering in conventie, met bijlagen;
  • de antwoordakten namens [persoon02] ;
  • de spreekaantekeningen van [persoon01] en mr. De Graaff.
1.2.
Op 13 februari 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig de heer [naam01] , vergezeld van twee collega’s en bijgestaan door genoemde gemachtigde, en de heer [persoon02] , bijgestaan door genoemde gemachtigde.

2.De zaak

2.1.
[persoon01] heeft op 1 april 2023 een Audi A4 gekocht van [persoon02] voor € 10.500,-. Volgens [persoon01] voldoet de auto niet aan de overeenkomst. Bij brief van 6 juni 2023 heeft hij [persoon02] in gebreke gesteld ter zake van een beschadigde motor, vermoedelijk gebroken draagarm en vermoedelijk beschadigde versnellingsbak. [persoon01] vordert nu ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de (gehele) koopsom met afgifte vrijwaringsbewijs danwel herstel door een derde op kosten van [persoon02] . Daarnaast vordert hij (voorschot)vergoedingen van andere gemaakte kosten.
[persoon02] voert aan dat hij de overeenkomst is nagekomen. Partijen zijn namelijk uitdrukkelijk overeen gekomen dat [persoon01] zelf het risico van technische gebreken voor zijn risico neemt. Hierop is de koopprijs afgestemd. [persoon02] betwist bovendien de gestelde gebreken. Om het geschil op te lossen heeft [persoon02] , geheel onverplicht en in overleg met [persoon01] , toch een monteur ingeschakeld om de auto te herstellen met daarbij de afspraak dat partijen de helft van de kosten zouden dragen. [persoon02] vordert in reconventie dit bedrag ad € 1.018,36 van [persoon01] . Daarnaast vordert hij een vergoeding van zijn daadwerkelijk gemaakte kosten aan rechtsbijstand.

3.De beoordeling

De uitkomst van de zaak
3.1.
De kantonrechter wijst de eisen van [persoon01] af; de overeenkomst wordt niet ontbonden en [persoon01] kan de auto niet laten herstellen op kosten van [persoon02] . De tegenvordering van [persoon02] wordt deels toegewezen. Dit wordt hierna gemotiveerd.
De auto voldoet aan de koopovereenkomst
3.2.
Een verkoper is verplicht een zaak af te leveren die aan de overeenkomst beantwoordt (artikel 7:17 BW). In het geval een auto wordt gekocht om daarmee aan het verkeer deel te nemen, geldt als regel dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst indien als gevolg van een daaraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren [1] . Deze regel kan onder omstandigheden uitzondering lijden bijvoorbeeld als de koper geacht wordt het risico van gebreken te hebben aanvaard [2] . De enkele omstandigheid dat de auto door een verkoper zonder garantie is verkocht, is hiervoor niet voldoende. Een professionele verkoper kan zich dus niet door de enkele mededeling dat geen garantie is verstrekt, onttrekken aan de wettelijke regels over conformiteit.
3.3.
De overeenkomst tussen partijen is een consumentenkoop, als bedoeld in artikel 7:5 BW, nu [persoon02] handelt in het kader van zijn bedrijfsactiviteit en [persoon01] niet. Dat neemt niet weg dat [persoon01] wordt geacht het risico van de door hem gestelde gebreken te hebben aanvaard. Daartoe zijn van belang de volgende omstandigheden.
3.3.1.
[persoon01] heeft voor de aankoop een proefrit gemaakt met de auto en de auto geïnspecteerd. Bij e-mail van 27 maart 2023 heeft [persoon01] aan [persoon02] geschreven:
“Beste meneer/mevrouw,
Zojuist telefonisch contact gehad met betrekking tot de onderhoudshistorie van de Audi A4 TFSI. Ik zou graag de onderhoudshistorie, inclusief de bewijsstukken van de modificatie, van betrokken voertuig ontvangen. Ik zou ook graag een overzicht met de garantietermijnen en -tarieven ontvangen. Ik hoop u voldoende te hebben geïnformeerd en ik zie uw reactie tegemoet.
Met vriendelijke groet,
[persoon01] ”
3.3.2.
Op 27 maart 2023 heeft [persoon02] hierop als volgt gereageerd:
Beste [persoon01] ,
Hierbij de onderhoud historie voor de Audi.
Echter is het niet mogelijk om een autotrust garantie op de auto aan te vragen ivm de leeftijd dit gaat tot max 10 jaar en jonger.
Met Vriendelijke Groet [persoon02]
[autobedrijf01]
[adres01]
[postcode01] [plaats01] . Telefoon: [telefoonnummer01] .
Mobiel: [mobiel nummer01] ”
3.3.3.
Daarop heeft [persoon01] dezelfde dag geantwoord als volgt:
"Hallo [persoon02] ,
Bedankt voor de informatie.
Ik heb oprecht interesse in de auto, maar ik zou graag meer informatie ontvangen over de onderhoudshistorie. Ik mis informatie over de periode van 2015 tot en met 2023 en ik neem aan dat er in die periode ook onderhoud aan de auto is verricht. Als de auto bij de dealer is onderhouden, zoals u zelf aangaf, verwacht ik dat er facturen beschikbaar zijn voor de uitgevoerde werkzoomheden. Ik heb ook nog een vraag over de technische staat van de auto. Zijn er technische problemen of verborgen gebreken aan de auto? Ik zou graag garantie op de auto willen, gezien de geschiedenis van de motorblokken van Audi. Wat voor garantie kunt u aanbieden?
Ik zie uw reactie tegemoet.
Met vriendelijke groet,
[persoon01] "
3.3.4.
Op 29 maart 2023 heeft [persoon01] als volgt geschreven: :
Beste [persoon02] ,
Ik heb nog nagedacht over de auto.
Ik wil de auto kopen en ik doe een bod van €9750,- (meeneemprijs).
Ik neem dan het risico op technische gebreken voor mijn risico omdat u geen garantiepakket kunt aanbieden.
Ik hoop u voldoende te hebben geïnformeerd en ik zie uw reactie tegemoet.
Met vriendelijke groet,
[persoon01]
3.3.5.
Op 31 maart 2023 hebben partijen elkaar nog telefonisch gesproken. Op 1 april 2023 is de koopovereenkomst gesloten. Op de factuur staat vermeld:

Gekocht zoals gezien en naar proefrit bereden en akkoord bevonden, onder handelscondities. Volgens uitdrukkelijke afspraak zonder garantie Koper verklaart terzake kundig te zijn. Prijs als zodanig aangepast. korting ivm zo meeneem prijs 450,-”.
3.4.
Uit het voorgaande blijkt dat [persoon01] zich bewust was van het risico dat de auto gebreken kon (gaan) vertonen, en dat hij zelf, na meervoudig en inhoudelijk contact over de status van de auto, heeft voorgesteld de auto te kopen tegen een lagere prijs (“meeneem prijs”) en daarbij eventuele technische gebreken voor eigen risico te nemen, nu [persoon02] geen garantiepakket kon aanbieden gezien de leeftijd van de auto. Afgezien van de vraag of de door [persoon01] gestelde gebreken, te weten een beschadigde motor, vermoedelijk gebroken draagarm en vermoedelijk beschadigde versnellingsbak, zich hebben voorgedaan, wat [persoon02] gemotiveerd en onderbouwd betwist, geldt dat [persoon01] afstand heeft gedaan van aanspraken hieruit. Hij heeft immers op eigen voorstel, bewust en uitdrukkelijk het risico op gebreken aanvaard.
3.5.
Aan het standpunt van [persoon01] , dat er geen sprake is geweest van overeenstemming tussen partijen, gaat de kantonrechter gezien de totstandkoming van de overeenkomst, zoals hiervoor weergegeven, voorbij. Voor zover [persoon01] nog een beroep doet op dwaling, verbindt hij daaraan geen vordering. Afgezien daarvan geldt dat het beroep op dwaling, met als motivering dat [persoon02] zou hebben verzwegen dat de auto ten tijde van de koop gebreken had, niet slaagt. Op grond van hetgeen over en weer is gesteld, kan niet worden vastgesteld dat de auto de door [persoon01] gestelde gebreken heeft vertoond. Van deze gebreken, beweerdelijk vastgesteld door Ames, is geen rapport overgelegd. Toen [persoon02] de auto nadien zelf heeft laten beoordelen, zijn de gestelde gebreken niet geconstateerd, maar wel dat er inmiddels door een andere garage aan de auto was gesleuteld, waardoor de conditie van de auto was gewijzigd. [persoon01] heeft ter zitting erkend dat [persoon01] Autoservice aan de auto had gesleuteld. Voor zover de gestelde gebreken al bij de koop hebben bestaan, staat ten slotte niet zonder meer vast dat [persoon02] hiervan op de hoogte was.
Conclusie in conventie
3.6.
[persoon02] is niet tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst, de auto voldoet aan de overeenkomst, zodat er geen grond is voor een ontbinding van de koopovereenkomst of een vergoeding van opgetreden schade, in welke vorm dan ook. Dit betekent dat de auto eigendom blijft van [persoon01] en [persoon02] niet gehouden is eventuele herstelkosten door een derde of de andere gevorderde kostenposten te betalen.
Reconventie
3.7.
Nadat [persoon01] de auto bij hem ter reparatie had laten brengen, heeft [persoon02] een monteur ingeschakeld om de auto te herstellen op -naar later bleek- gebreken anders dan die genoemd in de ingebrekestelling van 6 juni 2023. [persoon02] vordert in reconventie de helft van de gemaakte reparatiekosten, omdat partijen dit volgens hem hebben afgesproken. [persoon01] voert aan dat deze afspraak dan wel dit aanbod [persoon02] niet kan baten omdat de gebreken bij de koop reeds aanwezig waren. Dit standpunt wordt, wat er ook overigens van het verweer zij, niet gevolgd, zoals hiervoor onder 3.5 overwogen. Nu [persoon02] herstelwerkzaamheden op verzoek van [persoon01] heeft uitgevoerd, kan hij deze bij [persoon01] in rekening brengen. Dat hij geen instemming meer heeft gevraagd over elk punt van de werkzaamheden, staat daaraan niet in de weg, gezien de verwarrende en zeer dwingende sommatie namens [persoon01] om zo snel mogelijk tot herstel van de auto over te gaan. Daarbij speelt ook dat het geen verrassende herstelwerkzaamheden betreft, gezien de leeftijd van de auto en ook de status waarin hij werd afgeleverd bij [persoon02] .
3.8.
De helft van deze kosten, zoals door [persoon02] gevorderd, zal worden toegewezen. Ter onderbouwing van zijn vordering heeft [persoon02] twee facturen in het geding gebracht. Deze facturen zijn onvoldoende gemotiveerd betwist door [persoon01] en komen bovendien qua prijzen niet onredelijk voor. De opmerking van [persoon01] , dat wordt getwijfeld of er wel werkzaamheden zijn uitgevoerd, is daartoe onvoldoende temeer nu ter zitting is erkend dat [persoon01] Autoservice de bougies en bobine had gedemonteerd, waarop (een deel van de) factuur betrekking heeft. Het gevorderde bedrag van € 1.018,36 wordt toegewezen.
Proceskosten
3.9.
[persoon01] moet in conventie en in reconventie de proceskosten betalen omdat hij ongelijk heeft (artikel 237 Rv). [persoon02] heeft verzocht om een vergoeding van de daadwerkelijk door hem gemaakte kosten voor rechtsbijstand. Voor een dergelijke volledige vergoeding geldt dat deze slechts aan de orde is wanneer sprake is van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen (HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828). Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (HR 29 juni 2007, LJN BA3516, NJ 2007/353). Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM. Dat [persoon01] misbruik van procesrecht heeft gemaakt of onrechtmatig jegens [persoon02] heeft gehandeld is niet gebleken. Dit verzoek wordt daarom afgewezen.
3.10.
De kantonrechter begroot de kosten aan de kant van [persoon02] in conventie op € 1.015,- aan salaris voor de gemachtigde (2 ½ punt x € 406,-) en in reconventie op € 67,50 aan salaris voor de gemachtigde (½ punt x € 135,-) en € 135,- aan nakosten. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente wordt toegewezen.
3.11.
Dit vonnis zal, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard (artikel 233 Rv). Hetgeen [persoon01] daartegen heeft aangevoerd, staat daaraan niet in de weg.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
4.1.
wijst af de vorderingen van [persoon01] ;
4.2.
veroordeelt [persoon01] in de proceskosten, die aan de kant van [persoon02] worden begroot op € 1.150,-, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
in reconventie
4.3.
veroordeelt [persoon01] om aan [persoon02] te betalen € 1.018,36;
4.4.
veroordeelt [persoon01] in de proceskosten, die aan de kant van [persoon02] worden begroot op € 67,50, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
in conventie en in reconventie
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P.M. Jurgens en in het openbaar uitgesproken.
745

Voetnoten

1.HR 15 april 1994, NJ 1995, 614
2.Hoge Raad 8 juli 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3097