Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 januari 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties;
- de brief van [persoon01] van 21 juni 2023, met producties;
- de pleitnotities van [persoon01] ;
- de akte van [persoon01] van 8 november 2023;
- de antwoordakte van [persoon02] van 6 december 2023.
2.Het geschil
3.De beoordeling
Inbreng aanschaf woning
4.De beslissing
- de notariële levering van het aandeel van [persoon01] in de woning aan [persoon02] vindt plaats binnen vier maanden na de datum van het ingevolge 4.1. op te stellen taxatierapport;
- uiterlijk ten tijde van de notariële levering van het aandeel van [persoon01] in de woning aan [persoon02] moet door [persoon02] het aandeel van [persoon01] in de overwaarde worden betaald. Deze overwaarde bedraagt de helft van de taxatiewaarde van de woning verminderd met het bedrag dat [persoon01] aan [persoon02] is verschuldigd, zijnde € 109.420,57 te vermeerderen met de aflossingen die [persoon02] heeft verricht op de hypothecaire geldlening bij de ABN Amro bank vanaf 15 maart 2018;
- [persoon02] draagt de kosten van de notaris;
- als verkoopmakelaar zal optreden makelaardij Wisse te Hendrik-Ido-Ambacht;
- indien partijen over de vaststelling van de vraag- of laatprijs of over enige andere kwestie in verband met de verkoop van de woning geen overeenstemming kunnen bereiken, zal ieder van hen gerechtigd zijn een bindend advies aan de verkoopmakelaar te vragen en zullen zij aan dat advies uitvoering geven;
- iedere partij zal op verzoek van de andere partij elke rechtshandeling verrichten die nodig is om tot verkoop en levering van de woning aan een derde te komen, zoals het tekenen van de overeenkomst van opdracht met de verkoopmakelaar, de koopovereenkomst en de akte van levering (of een volmacht tot het tekenen van de akte van levering);
- uit de verkoopopbrengst zullen partijen op de dag van levering de kosten van de makelaar en eventuele andere verkoopkosten betalen. De overwaarde zal vervolgens tussen partijen worden gedeeld, waarbij verrekend moet worden de vordering die [persoon02] op [persoon01] heeft ten bedrage van € 109.420,57 te vermeerderen met de aflossingen die [persoon02] heeft verricht op de hypothecaire geldlening bij de ABN Amro bank vanaf 15 maart 2018;