ECLI:NL:RBROT:2024:12246
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens gebrek aan legitimatie en informatie over verblijfplaatsen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2024 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om een bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Verzoekster had op 18 september 2024 een bijstandsuitkering aangevraagd, maar het college heeft deze aanvraag op 31 oktober 2024 afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat verzoekster zich niet had gelegitimeerd op het stadhuis of bij een kantoor van de gemeente en dat zij onvoldoende informatie had verstrekt over haar slaap- en verblijfadressen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college terecht van verzoekster mocht verlangen zich te legitimeren en dat de verstrekte informatie over haar verblijfplaatsen onvoldoende was om het recht op bijstand vast te stellen. Verzoekster had weliswaar een mail gestuurd met enkele documenten, maar deze voldeden niet aan de eisen die het college stelde. Tijdens de zitting op 25 november 2024 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigden aanwezig waren. De voorzieningenrechter concludeerde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de beoordeling van het verzoek, maar wees het verzoek af. Dit betekent dat verzoekster voorlopig geen recht op bijstand heeft en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.