Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
GEDRAGINGSGEGEVENS:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak gaat het om een Mulderbeschikking die is opgelegd aan de betrokkene voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom met 7 km/h. De overtreding vond plaats op 13 oktober 2022 te Rotterdam. De betrokkene heeft tegen de beschikking beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de betrokkene op 14 augustus 2023 beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 27 september 2024 heeft de vertegenwoordiger van de CVOM aangevoerd dat de verhoging van € 25,50 ten onrechte is opgelegd, omdat het beroep tijdig was ingediend. De betrokkene heeft betoogd dat de meting niet correct was, gebaseerd op zijn eigen berekeningen en de foto’s die zijn gemaakt tijdens de overtreding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende vaststaat en dat de sanctie gerechtvaardigd is. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, maar heeft wel vastgesteld dat de verhoging van € 25,50 niet verschuldigd is en dat dit bedrag moet worden teruggegeven aan de betrokkene. De beslissing is genomen door de kantonrechter en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.