In deze zaak vordert FZB Nederland B.V. van Top Team Services B.V. een contractuele boete van € 845.000,- dan wel € 422.500,- wegens overtreding van het non-concurrentie- en relatiebeding uit hun samenwerkingsovereenkomst. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis geoordeeld dat Top Team deze bedingen heeft geschonden door in de periode van 5 april 2022 tot en met 30 september 2022 soortgelijke werkzaamheden te verrichten voor GGZ Almere, een klant van FZB. FZB heeft de rechtbank verzocht om bewijs te leveren van het aantal dagen waarop Top Team deze werkzaamheden heeft verricht.
FZB heeft in haar akte van 21 augustus 2024 bewijsstukken overgelegd en toegelicht dat Top Team op 127 dagen werkzaamheden heeft verricht bij GGZ Almere. De rechtbank heeft vastgesteld dat FZB voldoende bewijs heeft geleverd en dat Top Team slechts één keer de boetes verschuldigd is, ondanks dat FZB primair twee keer de boetes vorderde. De rechtbank heeft de boete gematigd tot € 90.000,-, omdat de oorspronkelijke boete van € 332.500,- niet in verhouding stond tot de schade die FZB mogelijk heeft geleden.
Daarnaast heeft de rechtbank de wettelijke rente over het bedrag toegewezen vanaf 7 maart 2023 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.675,- en beslagkosten van € 949,15 toegewezen. Top Team is ook veroordeeld in de proceskosten van € 7.788,87. Het vonnis is uitgesproken door D.L. Spierings op 27 november 2024.