Beslissingen
1. verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
2. verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
3. verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
4. stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
5. verklaart de verdachte strafbaar;
6. veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvan
44 (vierenveertig) maanden,
7. bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
22 (tweeëntwintig ) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
8. verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
9. tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
10. stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
11. stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met betrokkene opnemen voor de eerste afspraak;
de veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
12. geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
13. beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
14. veroordeelt de veroordeelde aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] van Zeker Financiële Zorgverlening) (vordering 1), te betalen een bedrag van € 8.162,40 (achtduizend honderdtweeënzestig euro en veertig eurocent), bestaande uit € 1.162,40 aan materiële en € 7.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
15. legt aan de veroordeelde de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] van Zeker Financiële Zorgverlening) (vordering 1), te betalen € 8.162,40,- (achtduizend honderdtweeënzestig euro en veertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening en bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 8.162,40 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 75 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
16. verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] van Zeker Financiële Zorgverlening) (vordering 1), niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
17. veroordeelt de veroordeelde in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] van Zeker Financiële Zorgverlening) (vordering 1) gemaakt, en begroot deze op nihil;
18. verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] van Zeker Financiële Zorgverlening) (vordering 2), [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding ter zake van de feiten 2 en 3;
19. veroordeelt de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] (wettelijk vertegenwoordiger [naam 1] van Zeker Financiële Zorgverlening) (vordering 2), [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
J.H. Janssen, voorzitter,
W.J. de Veld en J.C de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van T. van Driel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 29 oktober 2024.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.