Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1 impliciet subsidiair ten laste gelegde poging tot doodslag en de onder 2 ten laste gelegde overtredingen van de Wet wapens en munitie;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden betreffende het gedrag (de voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsrapport van 5 januari 2021).
4..Vrijspraak impliciet primair tenlastegelegde poging moord
5..Bewijs en bewezenverklaring
kut, hij werkte niet”.
6..Strafbaarheid feiten
7..Strafbaarheid verdachte
een van deoorzaken daarvan en het heeft het ook verergerd. Hierbij wordt ook meegewogen dat de verdachte wist dat cannabisgebruik een roesmiddel betreft dat effect heeft op zijn psychische toestand. Hij kon gelet daarop weten dat het gebruik van cannabis niet geheel ontbloot is van risico’s en dat dit middel zijn functioneren zodanig kon beïnvloeden dat daaruit riskant gedrag zou kunnen ontstaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat het psychisch functioneren na het gebruik van dergelijke middelen van persoon tot persoon verschilt. Dat het gebruik daarvan voor de verdachte zo verstrekkende gevolgen heeft gehad, heeft hij kennelijk op de koop toegenomen.
8..Motivering straf en maatregel
9..Benadeelde partijen
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren;
ter beschikking wordt gesteld;
€ 11.420,40(zegge: elfduizend vierhonderdtwintig euro en veertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 11.420,40 (zegge: elfduizend vierhonderdtwintig euro en veertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 11.420,40 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
90 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;