Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding van 21 oktober 2022
- de akte overlegging producties met producties E1 tot en met E9
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 5
- de oproepingsbrieven van deze rechtbank van 7 juli 2023 waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling
- de brieven van deze rechtbank van 13 oktober 2023 houdende een zittingsagenda
- de akte houdende overlegging producties van Golden Arrow met productie 6
- de tweede akte houdende overlegging producties van [eiseres] met producties E10 tot en met E14
- de spreekaantekeningen ten behoeve van de mondelinge behandeling aan beide zijden
- de mondelinge behandeling van 9 november 2023, waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt.
3.De feiten
Very Low Sulphur Fuel Oil(hierna: VLSFO).
runningsamples genomen die als
composite samplezijn geanalyseerd, met als resultaat voor zover relevant dat het zwavelgehalte daarin 0,38% was en het
Acid Number1,72 mg KOH/g. Vanuit de ‘[naam schip 2]' is de VLSFO in drie schepen/lichters gepompt, te weten op 19 april 2020 de ‘[naam schip 3]’ en op 23 april 2020 de ‘[naam schip 4]’ en de ‘[naam schip 5]’.
Bunker Delivery Notes(hierna: BDN’s) afgegeven, twee voor iedere batch. De BDN’s zijn gestempeld en ondertekend namens de ‘[naam schip 5]’ en de ‘[naam schip 1]’.
continuous drip samplesafgenomen door bij het verdeelstuk van het schip waar de bunkers aan boord werden gebracht continue een kleine hoeveelheid bunkers af te tappen. De monsters zijn afgesloten en verzegeld. Hierbij was in opdracht van [eiseres] als
bunker surveyor[naam 1] aanwezig van [naam bedrijf] De door hem in zijn
sample sealing certificategenoemde leverancierszegelnummers corresponderen met de zegelnummers genoemd in de BDN’s. In voornoemd certificaat vermeldt hij bij de monsters van de twee batches VLSFO leverancierszegelnummers [nummer 1] en [nummer 2] en voorts scheepszegelnummer [nummer 3].
Acid Number1,3 mg KOH/g bedroeg, met daarbij de opmerking dat ISO 8217:2005 hiervoor niet voorziet in een limiet maar ISO 8217:2010, 2012 en 2017 als limiet 2,50 mg KOH/g hanteren, aan welke eis het monster voldoet.
continuous drip samplegenomen
during circulationvan de
FO Storage [Tank] Transfer Pump outleten op 3 en 4 juli 2020 geanalyseerd. SGS rapporteert dat deze monsters
Out of Specificationzijn onder ISO 8217:2010 vanwege een te hoog watergehalte (17,20 %), een te hoog asgehalte van 0,101 %, aanwezigheid van ULO’s en een te hoog
Acid Numbervan 6,5 %.
spot samplegenomen van de
FO Service [Tank] from tank Draining Point after Drainingen op 3 en 4 juli 2020 geanalyseerd. SGS rapporteert dat deze monsters
Out of Specificationzijn onder ISO 8217:2010 vanwege een te hoog watergehalte (2,0 %), een te hoog potentieel sediment gehalte van 0,12 %, aanwezigheid van ULO’s en een te hoog
Acid Numbervan 7,6 %.
Service Reportvan 21 juli 2020 is het volgende geconcludeerd:
spot sampleuit de
Service Tank from Draining Point After Drainingen (ii) een monster VLSFO met zegelnummer [nummer 7] genomen op 20 juni 2020 met de
continuous dripmethode uit de
Storage Tank Recirculation. Maritec geeft geen heldere duiding aan haar bevindingen.
[nummer 8] storage tank recirculation drip sample” en “
[nummer 9] service tank from draining point after draining”.
bunker surveyor15 Degrees Inspections aanwezig was voor Clearlake en [naam bedrijf] aanwezig was voor [eiseres] (1.2.4-1.2.5 en Appendix E);
bunker surveyorwas, en dat ook voor Golden Arrow vier monsters zijn genomen, waarbij drie zegelnummers zijn genoemd, hetgeen wel een gezamenlijke monsterneming met de
bunker surveyorwas ;
that in all likelihood, and by far the more probable cause, is that the engine damage was caused by the Amsterdam bunkers supplied by Golden Arrow.” (2.4.32 en 3.15).
600-750 mts VLSFO RMG 380 0.5 %” en specificatie “
ISO spec 8217:2010”.
4.Het geschil
voorraad:
fuel oil for combustion purposes derived by methods other than petroleum refining shall not: (...) jeopardize the safety of ships or adversely affect the performance of the machinery (..)”.
5.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
Eurofactor/[…])).
barge samples’ ‘
conclusive and binding evidence of the quality of the BUNKERS delivered’ zijn.
Acid Number) van RMG 380 (en RMD 80):
Acid Numbermax 2,5 mg KOH/g (verwijst naar Annex E)
Acid Numbermax 2,5 mg KOH/g (verwijst naar Annex H).
Acid Numbervoorheen werd aangeduid als
Total Acid Number. Uit genoemde Annex E blijkt dat brandstof vrij moet zijn van
inorganic acids(
strong acids), omdat aanwezigheid van een
strong acid numberde brandstof non-conform maakt vanwege de correlatie tussen de aanwezigheid van een
strong aciden de corrosieve werking van een brandstof.
Acid Number Test Report. Daarin rapporteert Maritec over monster met zegelnummer [nummer 3] een
acid numbervan 1,3 mg KOH/g en een ‘
Strong Acid Number’ van ‘
nil’. Maritec vermeldt dat ISO 8217:2005 geen eisen stelt aan de zuurgraad maar dat het monster voldoet aan de latere edities van ISO 8217.
used lubricating oils (ULO).
used lubricating oil) in de brandstof aanwezig is. Op dit punt voldeed de VSLFO dus niet aan de specificaties van ISO 8217:2017, terwijl ISO 8217:2010 geen lichtere eisen stelt.
Fatty Acid Methyl Esters(hierna: FAME) bio-materie bevatte, alsook andere bio-materie die niet afkomstig is uit de raffinage van brandstof, dan is toegestaan onder ISO 8217:2017 of ISO 8217:2010.
that the fuel was likely in breach of ISO 8217 on basis that it contained these species.” Ook [naam 4] noemt in dit verband ISO 8217:2005 en ISO 8217:2010 (conclusie van antwoord, prod. 4, Appendix A, 3.13).
RM grademoet worden bezien en dat “
RM grades shall not include FAME other than a “de minimis” level”, waarmee in deze context wordt bedoeld een hoeveelheid die de brandstof niet onaanvaardbaar maakt voor mariene toepassingen die niet bedoeld of geschikt zijn voor verbruik van brandstoffen met FAME erin. Tabel 1 (die ziet op
Distillate marine fuels, waaronder DMX) staat voor
DF gradesmaximaal 7,0 volume % FAME toe. Tabel 2 (die ziet op
Residual marine fuels, waaronder RMG) bevat geen norm voor FAME. Annex A herhaalt het ‘de minimis’ criterium en vermeldt:
de minimis’grens van ISO 8217:2017 overschreed, en Golden Arrow betoogt in wezen ook niet dat dit anders is. Met het standpunt van Golden Arrow dat de VLSFO
on specwas, betwist zij naar de rechtbank begrijpt niet zozeer dat geen FAME bio-materie of andere bio-materie in de VLSFO aanwezig was, maar betoogt zij veeleer dat die aanwezigheid de VSLFO niet ongeschikt maakt, in de zin van Clausule 5.
unpumbableresidu ging dat slechts in uiterst geringe mate is vermengd met de VLSFO is onvoldoende aannemelijk geworden. Over de samenstelling van deze 16 ton is vrijwel niets bekend.
Total Acid Number) de zuurgraad aanduidt:
1S naar de motoren wordt afgelegd, welke omstandigheden van invloed kunnen zijn geweest op de samenstelling van de brandstof, en waar in het traject de servicetank en
storage tank liggen. [naam 3] ziet daarin mogelijke verklaringen voor het verschil in waarden gemeten in de op verschillende punten in dat traject genomen monsters.
The reason rapid wear of the fuel pump parts is likely to be due to poor fuel quality and/or poor treatment of fuel.”
smoking gun, een duidelijk te definiëren daarin niet thuishorende component in de brandstof is niet aan te wijzen. [eiseres] verzoekt de rechtbank een onafhankelijke gerechtsdeskundige aan te wijzen om zich hierover uit te laten. Alternatieve schadeoorzaken zoals
poor fuel managementzijn volgens haar niet aan de orde. De veranderingen in de samenstelling van de brandstof kunnen nooit ontstaan zijn door de behandeling van brandstof aan boord en moet zijn oorzaak vinden in de chemische samenstelling van de brandstof. Zij verwijst naar het rapport van Brookes Bell waarin het volgende is opgenomen (Prod. E11, Appendix C, onder 28 en 37):
Yes, there is particular matter in the fuel that maybe should not be in there”.”
.”
- i) dat de corroderende inwerking van zuren op de scheepsmotoren zijn oorzaak vindt in de aanwezigheid van (teveel) FAME bio-materie of andere bio-materie in de door Golden Arrow geleverde VLSFO;
- ii) dat deze VLSFO meer in het algemeen die inwerking heeft veroorzaakt en dus niet geschikt en veilig was voor gebruik in een scheepsmotor; of
- iii) dat de VSLFO de ondervonden schade kán hebben veroorzaakt en dat (nagenoeg) is uitgesloten dat de schade een andere oorzaak heeft.
industry reference guide’ bestaat die het toestaat om dit verband te leggen (CvA, prod. 4 Appendix A onder 3.14, zie rov. 5.51). Uit de inhoud van de diverse versies van ISO 8217 blijkt voorts dat de inzichten over brandstof met biomaterie aan wijziging onderhevig zijn geweest.
smoking gunaanwijzen.
most likely’ maar niet zeker is dat de schade is veroorzaakt door eigenschappen van de VLSFO zoals Golden Arrow deze heeft geleverd.
storage tank, maar onderbouwt de meest waarschijnlijk geachte speculatie - dat de
vessel’s drip samplerniet of niet zou zijn ingesteld bij het opstarten van de bunkerlevering, niet met feiten. Voor een nader deskundigenonderzoek naar mogelijke chemische reacties of in het algemeen naar de veroorzaking ziet de rechtbank, na de zeer uitgebreide rapportages over en weer, geen aanleiding. Kennelijk is een en ander al voor zover redelijkerwijs mogelijk werd geacht onderzocht, maar niet opgehelderd.
Spar Pavo)). Vast staat dat Golden Arrow als tussenliggende schakel in de verkoopketen de VLSFO fysiek bij de ‘[naam schip 1]’ heeft afgeleverd, en dat [eiseres] buiten die keten stond. Vast staat ook dat Golden Arrow niet de vervaardiger van de VLSFO is. Voor zover [eiseres] meent dat er sprake is van een wanprestatie door Golden Arrow jegens haar koper KPI die geldt als onrechtmatige daad jegens [eiseres], licht zij dat niet toe. Evenmin licht zij toe op grond waarvan Golden Arrow anderszins jegens [eiseres] moest instaan voor het aan ISO 8217:2017 voldoen van de VLSFO. Dat op de BDN’s als de titel van het document ‘ISO 8217’ staat vermeld, is daarvoor niet genoeg.
Soyuz Bunkering/Wilson)). In een andere zaak is overwogen dat een
bunker requisitionmoet worden gezien als een verzoek om de daarop vermelde hoeveelheid scheepsbrandstoffen af te leveren (en deze niet te weigeren) en de bevestiging van scheepszijde dat de benodigde maatregelen zijn genomen om die hoeveelheid brandstoffen veilig in ontvangst te nemen, respectievelijk als een mededeling van de leverancier dat het schip bepaalde maatregelen moet treffen ter inontvangstneming van de scheepsbrandstoffen. Met de ondertekening is de scheepseigenaar niet vrijwillig een verbintenis scheppende overeenkomst aangegaan (rb. Rotterdam 30 januari 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:781 (
Hermod en Bylgia), rov. 3.17; rb. Amsterdam 28 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:10145 (
YM Uniform), rov. 4.5). Met het aftekenen van de
bunker requisitionkomt geen overeenkomst (van aflevering, van bunkerleverantie of tot erkenning van de toepasselijkheid van de Nove-condities) tussen partijen tot stand (Hof Amsterdam 18 december 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:4765 (
YM Uniform), rov. 3.6). Deze zaken belichten de andere kant van de medaille, namelijk situaties waarin wordt gepoogd om scheepsexploitanten te binden aan algemene voorwaarden om bijvoorbeeld onbetaalde facturen vergoed te krijgen. Deze uitspraken ondersteunen het oordeel dat partijen met het ondertekenen van de BDN geen verbintenis scheppende overeenkomst aangaan. De BDN legt hooguit enkele afspraken over de te verrichten uitvoeringshandelingen rondom aflevering en inontvangstneming vast tussen de partijen die daarbij betrokken zijn.
brandstofolie voor verbrandingsdoeleinden verkregen door methoden anders dan de raffinage van aardolie mag: (…) de veiligheid van schepen niet in gevaar brengen of de prestaties van de machines niet nadelig beïnvloeden (…)”. Reeds omdat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de VLSFO in deze zin gevaarlijk was kan dit standpunt niet slagen. De rechtbank laat in het midden in hoeverre het MARPOL-verdrag verplichtingen op bunkerleveranciers doet rusten en in hoeverre deze publiekrechtelijke voorschriften doorwerken in de horizontale verhouding tussen niet-contractspartijen.
stembunkers die door bunkerschip ‘[naam schip 2]’ zijn ingenomen uit de landtank en dat zij vertrouwde en mocht vertrouwen op de onderzoeksresultaten. Golden Arrow betwist dat het in de door [eiseres] gestelde dertien andere zaken om dezelfde brandstof en periode gaat en heeft daarnaast gesteld dat vanaf de andere schepen die vanuit dezelfde
stemen vanuit de ‘[naam schip 2]’ zijn beleverd geen kwaliteitsklachten zijn ontvangen.
stemc.q. de ‘[naam schip 2]’ geleverde bunkers niet tot kwaliteitsklachten van andere ontvangers heeft geleid, is niet weersproken. De rechtbank komt tot de conclusie dat [eiseres] onvoldoende heeft onderbouwd dat Golden Arrow wist of zou moeten weten dat de door haar geleverde brandstof ondeugdelijk en schadelijk was en dat onrechtmatig is dat zij deze leverde zonder daarvoor te waarschuwen.
should have in place adequate quality assurance and management of change procedures to ensure that the resultant fuel is compliant with the requirements of Clause 5”. De rechtbank gaat dus niet mee met de stelling dat Golden Arrow jegens [eiseres] aansprakelijk is omdat zij (bewust) ontoereikende en ondeugdelijke tests heeft laten uitvoeren. De gestelde bewustheid is niet onderbouwd of gebleken.