Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
BOB YAP CHENG GHEE,
TAY PUAY CHENG,
CHAY FOOK YUEN,
ING BANK N.V.,
PAUL DAVID COPLEY,
IAN DAVID GREEN,
ANTONY VICTOR LOMAS,
GOH THIEN PHONG,
CHAN KHENG TEK,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
sales order confirmation’ van 31 oktober 2014 gericht aan YM Transport de algemene voorwaarden van de OWB Groep, de ‘
Terms and Conditions of Sale for Marine Bunkers Edition 2013’ (hierna: de OWB GT&C) van toepassing verklaard.
chief engineer’, in dienst bij YM Liberia, een
bunkerdelivery noteen een ‘
bunkerrequisition’formulier (hierna: de bunkerrequisition) ondertekend en van een stempel van het schip voorzien. De bunkerrequisition bevat, voor zover relevant, de navolgende tekst:
I, the undersigned (…) chief engineer (…) hereby request you in the name of the owners of the above mentioned vessel, to deliver to this vessel the following quantities of Marine Fuels for use as bunkers:
[emailadres]waarin kort gezegd staat dat zij een voorstel stuurt in verband met “bunker payment between you Esteem Company/OW/Argos”. Argos heeft hierin gerefereerd aan het bericht dat bepaalde OW-entiteiten faillissement hebben aangevraagd en stelt dat Argos bunkers heeft verkocht aan OWB NL die zijn afgeleverd aan Yang Ming als OWB NL’s klant. Voorts wordt hierin vermeld dat Argos rechthebbende is ten aanzien van de bunkers tot de facturen daarvoor volledig zijn voldaan en wordt gevraagd de facturen van OWB NL direct aan Argos te voldoen.
3.Beoordeling
maritime liennaar Amerikaans recht op het schip heeft;
Pursuant to an order by the court in Amsterdam, the Netherlands, We hereby declare, contrary to our previous communications, that Equinox Global Limited (“Equinox”), as assignee of Argos Bunkering B.V. (“Argos”) who was a direct supplier of bunker fuels to various ships that contracted with certain entities belonging to the OW Bunker Group, is entitled to pursue the claims originally owned by Argos against such ships for redelivery of the unpaid bunker fuels or payment of the value thereof that were made following instructions from OW Bunker (Netherlands) B.V. Any payment demands so made by Equinox do not in any manner constitute an unlawful interference with any rights of the undersigned.
maritime lien. De overige vorderingen van Equinox behoeven geen bespreking. Aldus steeds de rechtbank. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Equinox in principaal hoger beroep met vijf grieven op. YM c.s. hebben in incidenteel hoger beroep eveneens vijf grieven aangevoerd.
order confirmation, waarin naar de toepasselijkheid van de NOVE AV wordt verwezen, pas na de aflevering van de bunkers aan het schip zou zijn opgesteld en verstuurd aan OWB NL, maar deze betwisting moet worden verworpen omdat Equinox onweersproken heeft gesteld dat de toepasselijkheid van de NOVE AV niet alleen is gebaseerd op de
order confirmation, maar tevens op de omstandigheid dat Argos en OWB NL regelmatig overeenkomsten ter zake van leveranties van scheepsbrandstoffen sloten, waarbij de branchevoorwaarden NOVE AV steeds van toepassing werden verklaard.
chief engineervan het schip de bunkerrequisition, waarin wordt verwezen naar (kort gezegd) de NOVE AV, ondertekend. Die verwijzing is er met betrekking tot ‘
All our offers, agreements of sale resp. purchase, subsequent agreements’. Daarvan was in de relatie tussen Argos en YM c.s. echter geen sprake, althans volgt dit onvoldoende uit wat Equinox heeft aangevoerd. Reeds daarom betekent het laten aftekenen van de bunkerrequisition nog niet dat er, naar het volgens Equinox toepasselijke Nederlandse recht, een overeenkomst (van aflevering, van bunkerleverantie of tot erkenning van de toepasselijkheid van de NOVE AV) tussen Argos en (één van) YM c.s. tot stand is gekomen waarbij Argos zich jegens (één van) YM c.s. de eigendom van de bunkers heeft voorbehouden (totdat een door (één van) YM c.s. verschuldigde prestatie is voldaan) en krachtens welke (één van) YM c.s. gehouden zouden zijn voor (het verbruik van) de bunkers aan Argos te betalen. Equinox heeft overigens ook onvoldoende inzichtelijk gemaakt waarom de - voor de hand liggende - duiding die naar het oordeel van de rechtbank aan de bunkerrequisition moet worden gegeven (rov 4.5) onjuist is en waarom de
chief engineer/YM c.s. hadden moeten uitgaan van een andere betekenis. Er is ook anderszins niet gebleken van een contractuele relatie tussen Argos en (één van) YM c.s. op grond waarvan (één van) YM c.s. gehouden zouden zijn aan Argos voor (het verbruik van) de aan het schip afgeleverde bunkers te betalen.
insisted(ex art. L.4 OWB GT&C) dat het schip is gebonden aan de NOVE AV. De tamelijk algemeen verwoorde verwijzing naar de NOVE AV onderaan de bunkerrequisition kan echter niet gelden als een voldoende duidelijke onderstreping door/uiting van Argos tegenover YM c.s. dat (zij erop stond dat) op de door (een van) YM c.s. gesloten koopovereenkomst ook de NOVE AV van toepassing zouden zijn en/of dat YM c.s. verder ook aan die voorwaarden, inclusief het daarin opgenomen eigendomsvoorbehoud, zouden zijn gebonden. In elk geval heeft Equinox onvoldoende aangevoerd voor de conclusie dat YM c.s. de verwijzing in die zin hadden moeten begrijpen. Het andersluidende standpunt van Equinox moet worden verworpen.
the propulsion of the vessel”) en dat in de bunkerrequisition is opgenomen dat de bunkers bedoeld waren om het schip in staat te stellen haar reis te vervolgen (“
to enable the vessel to proceed on her voyage”).
salein art. 10.2 van de NOVE AV toch aan OWB Far East heeft verkocht, maakt voorts nog niet dat Argos een vordering tot schadevergoeding op (één van) YM c.s. heeft gekregen. Het enkel profiteren van de wanprestatie van een ander is immers naar Nederlands recht niet onrechtmatig. Daar komt bij dat Argos de bunkers zelf aan het schip heeft laten afleveren wetende dat (dit is door Equinox niet weersproken) OWB NL geen schepen exploiteerde.
we (…) summon you to fully respect our ownership. (...) we herewith also invoke the right of reclamation (…) that the bunkers will be redilevered to us”. In de brief van 4 december 2014 wordt gerefereerd aan het eigendomsvoorbehoud en het niet betalen, met de mededeling dat “
Argos is therefore entitled to enforce its retained ownership rights”.
maritime lien(Equinox heeft de vordering onder B in hoger beroep gehandhaafd), moet dit betoog worden verworpen op de gronden zoals door de rechtbank weergegeven in r.o. 4.13 en 4.14 van het bestreden vonnis. Equinox heeft niet toegelicht waarom dit oordeel onjuist zou zijn en niet weersproken dat, als er al een
maritime lienzou zijn ontstaan, die niet ten gunste van haar strekt.