ECLI:NL:RBROT:2023:9948
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek tegen een niet genoemde rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 27 oktober 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen een rechter die zijn beroepschrift niet in behandeling heeft genomen. Het verzoeker betreft een beroepschrift dat op 21 augustus 2023 was ingediend tegen een afwijzend besluit van VGZ Zorgkantoor B.V. van 11 juli 2023, op basis van de Wet open overheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk is, omdat het verzoek geen betrekking heeft op de rechter die met de behandeling van de zaak belast is. De naam van de rechter is door verzoeker niet genoemd en uit het dossier blijkt niet dat de zaak aan een rechter is toebedeeld. De correspondentie over het beroepschrift is tot nu toe alleen met de griffier gevoerd.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat het beroepschrift inmiddels is geregistreerd en in behandeling is genomen. Hierdoor is de feitelijke grondslag van het wrakingsverzoek komen te vervallen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:16 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht geoordeeld dat alleen de rechter die een zaak behandelt, kan worden gewraakt. Aangezien verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzoek, is er geen reden voor een mondelinge behandeling van het verzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.