ECLI:NL:RBROT:2024:577
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens niet-ontvankelijkheid en misbruik van het wrakingsmiddel
Op 17 januari 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, die niet-ontvankelijk werd verklaard. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van een beroepschrift tegen een afwijzend besluit van het Openbaar Ministerie, waarbij de verzoeker om vrijstelling van het griffierecht had gevraagd. De griffier had dit verzoek afgewezen, waarna de verzoeker zijn onvrede hierover kenbaar maakte en uiteindelijk een wrakingsverzoek indiende. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet betrekking had op de rechter die de zaak behandelt, aangezien de naam van de rechter niet was genoemd en er geen aanwijzingen waren dat de zaak aan een rechter was toebedeeld. De correspondentie was enkel afkomstig van de griffier, wat betekende dat er geen reden was voor een behandeling van het verzoek ter zitting. Bovendien werd vastgesteld dat de verzoeker herhaaldelijk wrakingsverzoeken had ingediend in vergelijkbare situaties, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van misbruik van het wrakingsmiddel. De rechtbank besloot dat een volgend wrakingsverzoek op dezelfde grondslag niet in behandeling zou worden genomen.