ECLI:NL:RBROT:2023:949
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van ten onrechte ontvangen AIO-aanvulling en de vaststelling van het maandelijkse aflossingsbedrag
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser uit Rotterdam en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. De zaak betreft de terugvordering van een ten onrechte ontvangen aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) en de vaststelling van het maandelijkse aflossingsbedrag voor de terugbetaling. Eiser ontving sinds 20 september 2013 een AIO-aanvulling, maar in 2014 werd bekend dat hij onroerend goed bezat in Suriname, wat leidde tot de beëindiging van de AIO-aanvulling en de terugvordering van eerder ontvangen bedragen. Eiser heeft tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank beroep ingesteld, omdat hij meende dat de vordering was verjaard en dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vordering niet was verjaard, omdat de verjaringstermijn was gestuit door eerdere invorderingsbesluiten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van proceskosten ontving. De rechtbank heeft ook benadrukt dat eiser zich kan melden bij de Sociale Verzekeringsbank als zijn financiële situatie verandert.