Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het door deze rechtbank gewezen tussenvonnis van 16 november 2022;
- de akte na tussenvonnis van [gedaagde01] , met 1 productie;
- de antwoordakte van [eiser01] .
2..De verdere beoordeling
€ 11.354,34
Rechtbank Rotterdam
Op 25 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam in een civiele zaak uitspraak gedaan over de vorderingen van eiser, die zijn gebaseerd op een onjuist taxatierapport van een woning die hij in 2017 heeft gekocht. Eiser stelde dat hij schade had geleden door het verkeerd vermelden van het aantal vierkante meters in het rapport. De rechtbank oordeelde echter dat eiser bij de aankoop van de woning al op de hoogte was van de onjuistheid van het rapport, waardoor zijn vordering evident ongegrond was. Eiser had moeten begrijpen dat het instellen van de vordering onterecht was, wat leidde tot onnodige kosten voor gedaagde.
Gedaagde had in het tussenvonnis de mogelijkheid gekregen om de daadwerkelijk gemaakte proceskosten te specificeren. De rechtbank oordeelde dat gedaagde voldoende had onderbouwd dat de kosten redelijk waren, ondanks de betwisting van eiser over de hoogte van de advocaatkosten. De rechtbank wees het matigingsverweer van eiser af, omdat dit onvoldoende was onderbouwd. Uiteindelijk werd eiser veroordeeld tot betaling van € 15.554,34 aan proceskosten aan gedaagde, verminderd met een bedrag van € 12,50 vanwege een betwiste e-mail.
De rechtbank verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad, omdat de vordering gegrond was op de wet en niet was weersproken door eiser. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechter en de griffier.