Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 december 2022 en de stukken die daarin genoemd zijn;
- het deskundigenrapport;
- de akte van [eiseres01] ;
- de akte van Van Kooten.
2.De verdere beoordeling
Wij willen met u afspreken dat als op 18 februari 2021 nog niet alles is opgelost wij dit zullen zien als een verzuim.” Op 13 en 14 januari 2021 heeft Van Kooten vervolgens herstelwerkzaamheden verricht. Zij heeft onbetwist gesteld dat deze werkzaamheden op dat moment nog niet afgerond waren, omdat in ieder geval het vervangen van een onderrail nog moest plaatsvinden. Op 19 januari 2021 heeft [eiseres01] echter gemeld dat Van Kooten niet meer welkom was. Zij heeft [eiseres01] dus niet in de gelegenheid gesteld om de geaccordeerde herstelwerkzaamheden af te ronden, ook ondanks het eerder gestelde ultimatum van 18 februari 2021. [eiseres01] was daarom toen niet bevoegd om de overeenkomst te ontbinden (artikel 7:22 lid 2 BW). De verklaring voor recht wordt in die zin dus afgewezen.