ECLI:NL:RBROT:2023:6365
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van Ziektewetuitkering en de hoogte van het dagloon
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een Ziektewetuitkering aan eiseres, die zich per 15 december 2015 ziek had gemeld. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) had bij besluit van 1 juli 2022 aan eiseres een uitkering op grond van de Ziektewet toegekend, maar bij het bestreden besluit van 22 september 2022 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij niet op de hoogte was van een hoorzitting en dat de hoogte van het dagloon onduidelijk was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de UWV de hoogte van het dagloon correct heeft vastgesteld op 70% van het dagloon, en dat de referteperiode juist is toegepast. Eiseres had geen bewijs geleverd dat zij geen afhaalbericht had ontvangen voor de uitnodiging voor de hoorzitting. De rechtbank oordeelde dat de UWV voldoende had aangetoond dat de uitnodiging op regelmatige wijze was verzonden. De beroepsgrond van eiseres dat de hoorplicht was geschonden, werd verworpen. De rechtbank concludeerde dat de berekening van het dagloon afdoende was gemotiveerd en dat er geen grond was voor het oordeel dat de UWV bepaalde toeslagen had moeten meenemen in de berekening.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.