ECLI:NL:RBROT:2023:6090
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaar tegen loonsanctie opgelegd door UWV en bewijs van verzending
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.M.A. Oud, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een loonsanctie die haar was opgelegd, maar verweerder verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat zou zijn ingediend. Eiseres betwistte dit en stelde dat zij het bezwaarschrift tijdig had verzonden via A&D Post. De rechtbank heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Eiseres heeft bewijs overgelegd van de verzending van het bezwaarschrift, waaronder een e-mail van A&D Post en een opdrachtformulier. De rechtbank oordeelde dat de enkele ontkenning van ontvangst door verweerder onvoldoende was om aan te nemen dat het bezwaarschrift niet tijdig was ontvangen. De rechtbank concludeerde dat het beroep gegrond was, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.