ECLI:NL:RBROT:2023:5732
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke boete opgelegd aan pluimveehouder wegens overtreding van de Wet dieren met betrekking tot dierenwelzijn
Op 5 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een pluimveehouder en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de oplegging van een boete van € 1.500,- aan de pluimveehouder voor een overtreding van de Wet dieren. De boete werd opgelegd naar aanleiding van een rapport van bevindingen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), waarin werd vastgesteld dat er ernstige voetzoollaesies waren geconstateerd bij de vleeskuikens van de pluimveehouder. De inspectie vond plaats op 4 november 2020, waarbij 78% van de onderzochte looppoten voetzoollaesies van klasse 2 vertoonde, wat duidt op slechte dierenwelzijnsomstandigheden. De pluimveehouder had eerder al een waarschuwing ontvangen en was verplicht om maatregelen te nemen om het welzijn van de dieren te verbeteren. In het bestreden besluit van 16 december 2021 werd het bezwaar van de pluimveehouder tegen de boete ongegrond verklaard, waarna de pluimveehouder beroep instelde. De rechtbank oordeelde dat de bevindingen van de NVWA niet lichtvaardig konden worden betwist en dat de pluimveehouder onvoldoende had aangetoond dat zij de nodige maatregelen had genomen om het welzijn van de dieren te verbeteren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de boete.