ECLI:NL:RBROT:2023:5031

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
C/10/648166 / HA ZA 22-926
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding en onrechtmatig handelen in het kader van een geheimhoudingsovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap HEBTREK NEDERLAND B.V. en een voormalige werknemer, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, HEBTREK NEDERLAND B.V., vorderde schadevergoeding van [gedaagde01] wegens het tekortschieten in de nakoming van een geheimhoudingsovereenkomst en onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde01] zich onbehoorlijk had gedragen door ongeautoriseerd toegang te verschaffen tot management chats en de database MongoDB te verwijderen, wat leidde tot schade voor de eiseres. De rechtbank concludeerde dat het boetebeding in de geheimhoudingsovereenkomst nietig was, omdat het niet voldeed aan de vereisten van artikel 7:650 BW. Desondanks werd [gedaagde01] veroordeeld tot schadevergoeding van € 11.060,-, te vermeerderen met wettelijke rente, en in de proceskosten. De rechtbank wees de vorderingen van HEBTREK NEDERLAND B.V. voor het overige af.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/648166 / HA ZA 22-926
Vonnis van 14 juni 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HEBTREK NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Spijkenisse,
eiseres,
advocaat mr. A.F.I. Derby te Rotterdam,
tegen
[gedaagde01],
wonende te Nissewaard,
gedaagde,
advocaat mr. R.J. Michielsen te Hoogvliet Rotterdam.
Partijen zullen hierna Hebtrek Nederland en [gedaagde01] genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 november 2022, met producties 1 tot en met 5;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5;
  • de akte houdende overlegging producties van Hebtrek Nederland, met producties 6 tot en met 10;
  • aanvullende productie 6 van [gedaagde01] ;
  • spreekaantekeningen van [gedaagde01] ;
  • de mondelinge behandeling van 12 april 2023, waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Hebtrek Nederland houdt zich bezig met het ontwikkelen van een online bestelsysteem inclusief website en mobiele app op het gebied van maaltijdbezorging. Zij haalt haar verdiensten uit commissie. Hebtrek Nederland is de moedervennootschap van Hebtrek Diensten B.V. (hierna: Hebtrek Diensten). Middellijk bestuurders van deze vennootschappen zijn de heren [naam01] en [naam02] . Zij zijn tevens bestuurders van Hebtrek B.V.
2.2.
[gedaagde01] is met ingang van 13 april 2020 bij Hebtrek B.V. op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gaan werken in de functie van IT’er. Op 1 juli 2021 heeft [gedaagde01] een arbeidsovereenkomst gesloten met Hebtrek Diensten, eveneens voor de functie van IT’er.
2.3.
Gelijktijdig met de eerste arbeidsovereenkomst hebben Hebtrek Nederland en [gedaagde01] een geheimhoudingsovereenkomst gesloten (hierna: de geheimhoudingsovereenkomst), die, voor zover van belang, luidt:

IN AANMERKING NEMENDE DAT:
  • De Verstrekkende Partij informatie aan de Ontvangende Partij wenst te verstrekken, welke informatie door de Verstrekkende Partij als vertrouwelijk wordt beschouwd;
  • Verstrekkende Partij deze informatie aan de Ontvangende Partij wenst te verstrekken om te ontwikkelen aan het Hebtrek systemen, zoals mobiele- en webapplicaties en inzagen te ontvangen in alle benodigde source code. (het “
Artikel 1-
Informatie
(…)
"
Informatie" betekent alle informatie met betrekking tot Hebtrek.nl en overige informatie met
betrekking hiertoe die geheim is in die zin dat zij, in haar geheel dan wel in de juiste samenstelling en
ordening van haar bestanddelen, niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor
personen binnen de kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie.
Artikel 2 –
Rechten en verplichtingen
1. Met inachtneming van lid 2 en 3 van dit artikel, verbindt Ontvangende Partij zich hierbij om de Informatie strikt geheim te houden en om de Informatie niet zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Verstrekkende Partij te openbaren of gebruiken.
2. De verplichtingen in lid 1 van dit artikel gelden niet indien:
a. de Informatie ontvangen van Verstrekkende Partij al in het bezit is van Ontvangende Partij op het tijdstip van verstrekking en zij de Informatie op een rechtmatige manier heeft verkregen;
(…)
e. de Informatie wordt verstrekt aan een werknemer of professionele adviseur van de Ontvangende Partij; (…)
3. Ontvangende Partij draagt ervoor zorg dat de Informatie op een veilige plaats wordt bewaard en dat de Informatie beschermd is tegen diefstal, verlies, schade en/of ongeautoriseerde toegang.
4. Ontvangende Partij zal de Informatie niet gebruiken voor een ander doeleinde dan voor het Doel.
(…)
6. Partijen zullen het bestaan van deze overeenkomst, de inhoud daarvan en de gesprekken die plaatsvinden tussen Partijen vertrouwelijk behandelen en noch geheel noch gedeeltelijk bekend maken aan derden.
Artikel 5 –
Boete
Ontvangende Partij is een boete van €40.000 per overtreding verschuldigd aan Verstrekkende Partij indien Ontvangende Partij en/of haar werknemers dan wel adviseurs zich niet houden aan een bepaling van deze overeenkomst. Daarnaast is Ontvangende Partij een boete van €500 verschuldigd voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van de Verstrekkende
Partij tot vordering van nakoming en/of schadevergoeding.”
2.4.
Project [naam03] is een project van Hebtrek (met deze aanduiding worden de diverse Hebtrek vennootschappen zonder onderscheid bedoeld) dat ten doel heeft dat bestellingen door middel van Artificial Intelligence automatisch worden gekoppeld aan een bezorger. [gedaagde01] hield zich bezig met de realisatie van dit project.
2.5.
Hebtrek maakt gebruik van het communicatiekanaal ‘Discord’, dat is onderverdeeld in diverse groepen voor diverse samenstellingen van deelnemers. Zo is er een kanaal voor het management, waaronder een subkanaal ‘privé’, en een kanaal voor developers. Ook was er een groep met de naam ‘Interne chat voor Finance & [gedaagde01] ’, waar [gedaagde01] in zat.
2.6.
Hebtrek Nederland heeft aan [gedaagde01] vertrouwelijke informatie verstrekt en toegang verschaft tot de database MongoDB en het interne systeem [naam03].
2.7.
Hebtrek Nederland is op enig moment een onderzoek gestart naar het handelen van [gedaagde01] , die daarvan op 28 november 2021 op de hoogte is gesteld.
2.8.
[gedaagde01] heeft op 19 december 2021 werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van het project [naam03], waarbij hij de database MongoDB heeft verwijderd en de verbinding met de server van Hebtrek heeft verbroken.
2.9.
Per e-mailbericht van 19 december 2021 heeft Hebtrek aan [gedaagde01] te kennen gegeven dat is geconstateerd dat hij de MongoDB heeft verwijderd, dat hij daarna de verbinding met de server heeft verbroken, en dat hij op staande voet is ontslagen. Hebtrek heeft [gedaagde01] verzocht de volledige database binnen één uur weer online te zetten en de toegang ontzegd tot de digitale communicatie met Hebtrek via discord.
2.10.
[gedaagde01] heeft in een procedure bij de kantonrechter [1] over achterstallig loon gekopieerde chats van het management van Hebtrek ingebracht.

3..Het geschil

3.1.
Hebtrek Nederland vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair
[gedaagde01] wegens het tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst te veroordelen de contractuele boete van totaal € 80.000,-, althans een door de rechtbank te bepalen boete te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de elfde dag na het vonnis;
Subsidiair
Voor recht verklaart dat [gedaagde01] onrechtmatig jegens Hebtrek Nederland heeft gehandeld en hem dientengevolge veroordeelt tot vergoeding van alle door Hebtrek Nederland geleden en nog te lijden schade, te voldoen binnen tien dagen na het vonnis, en voor deze schade aansluiting zoekt bij het boetebedrag dat gelijk is aan de contractuele boete van € 80.000,- voor twee overtredingen, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente;
Meer subsidiair
[gedaagde01] veroordeelt tot betaling binnen tien dagen na het vonnis van een schadevergoeding aan Hebtrek Nederland, met aansluiting bij het boetebedrag dat gelijk is aan de contractuele boete van € 80.000,- voor twee overtredingen, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente;
Primair en (meer) subsidiair
  • [gedaagde01] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van
  • [gedaagde01] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Hebtrek Nederland legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde01] tekort is geschoten in de nakoming van de geheimhoudingsovereenkomst en in verband daarmee een contractuele boete verschuldigd is. De overtredingen leveren bovendien een onrechtmatige daad op, zodat [gedaagde01] gehouden is de schade van Hebtrek Nederland te vergoeden. Verder volgt een verplichting tot schadevergoeding uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
3.3.
[gedaagde01] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Hebtrek Nederland in de proceskosten. [gedaagde01] beroept zich op nietigheid van het boetebeding in de geheimhoudingsovereenkomst. Verder betwist [gedaagde01] dat (i) het verwijderen van de database MongoDB in de gegeven omstandigheden onrechtmatig is, (ii) hij zichzelf ongeautoriseerd toegang tot de beveiligde omgevingen van Hebtrek heeft verschaft en (iii) Hebtrek Nederland schade heeft geleden.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

De rechtsverhouding tussen partijen

4.1.
De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of [gedaagde01] zich jegens Hebtrek Nederland onbehoorlijk heeft gedragen door (i) zichzelf ongeautoriseerd toegang te verschaffen tot management chats en daar geplaatste berichten te kopiëren en/of (ii) de database MongoDB te verwijderen en de verbinding met de server te verbreken. De vraag ligt voor of [gedaagde01] daarmee hetzij de geheimhoudingsovereenkomst heeft geschonden, hetzij onrechtmatig heeft gehandeld en zo ja, wat daarvan de gevolgen zijn.
4.2.
De essentie van het samenstel van door [gedaagde01] met diverse Hebtrek vennootschappen (hierna gezamenlijk aangeduid als: Hebtrek) aangegane overeenkomsten is dat [gedaagde01] voor Hebtrek IT-werkzaamheden heeft verricht tegen betaling van loon. Die verhouding is vastgelegd in de onder 2.2 bedoelde arbeidsovereenkomsten. Hoewel de vorderingen in deze procedure niet op die arbeidsovereenkomsten maar op de geheimhoudingsovereenkomst zijn gebaseerd, kunnen die overeenkomsten niet los van elkaar worden gezien. Aan [gedaagde01] is toegang tot de databases en het communicatieplatform door Hebtrek immers juist verleend in verband met de door [gedaagde01] te verrichten IT-werkzaamheden. Ter bescherming van de bedrijfsinformatie- en systemen van Hebtrek tegen oneigenlijk gebruik is de geheimhoudingsovereenkomst tussen Hebtrek Nederland en [gedaagde01] tot stand gekomen. Hebtrek Nederland heeft toegelicht dat de arbeidsovereenkomsten en de geheimhoudingsovereenkomst zijn aangegaan vanuit verschillende vennootschappen vanwege risicospreiding. In dit licht beoordeelt de rechtbank de verhouding tussen partijen als in overwegende mate een arbeidsrelatie, met bijkomende andere verplichtingen. Die andere verplichtingen zijn in deze procedure aan de orde.
Primair: het boetebeding
4.3.
Hebtrek Nederland stelt dat [gedaagde01] in strijd heeft gehandeld met artikel 2 lid 1, 4 en 6 van de geheimhoudingsovereenkomst en daarom ten aanzien van twee overtredingen de in artikel 5 bedoelde boete heeft verbeurd.
4.4.
[gedaagde01] stelt dat het boetebeding nietig is omdat het beding niet voldoet aan de vereisten van artikel 7:650 BW. Zo wordt de bestemming van de boete niet vermeld, strekt de boete tot het persoonlijk voordeel van de werkgever, is het bedrag van de afzonderlijke boete hoger dan het bedrag van het loon voor een halve dag en vermeldt de geheimhoudingsovereenkomst niet dat er ten aanzien van de dwingendrechtelijke bepalingen van de lid 3, 4 en 5 van artikel 7:650 BW wordt afgeweken. Ten slotte kiest Hebtrek Nederland niet tussen de toepassing van het boetebeding en het vorderen van schadevergoeding.
4.5.
Hebtrek Nederland betwist dat [gedaagde01] een beroep op arbeidsrechtelijke bescherming toekomt omdat het geheimhoudings- en boetebeding in de geheimhoudingsovereenkomst geen onderdeel uitmaakt van de arbeidsovereenkomsten. In het licht van hetgeen de rechtbank onder 4.2 heeft overwogen gaat dit niet op. De rechtbank licht dit oordeel hierna toe.
4.6.
De strekking van het geheimhoudingsbeding is bescherming van vertrouwelijke bedrijfsinformatie tegen gebruik en weglekken naar buiten toe. Het in de geheimhoudingsovereenkomst opgenomen doel van de informatieverstrekking is [gedaagde01] in staat te stellen om zijn op basis van de arbeidsovereenkomst overeengekomen IT-werkzaamheden uit te kunnen voeren. Dit maakt dat sprake is van een nauwe band tussen de arbeidsrelatie van [gedaagde01] met (laatstelijk) Hebtrek Diensten en de geheimhoudingsverbintenis. Die band rechtvaardigt dat ook in het schadevergoedingsrecht wordt aangeknoopt bij het dwingendrechtelijke kader van artikel 7:650 BW en brengt met zich dat bepalingen die dat kader beogen te omzeilen, nietig zijn (artikel 3:40 BW).
4.7.
De rechtbank oordeelt dat met de separate geheimhoudingsovereenkomst van een dergelijke omzeiling sprake is. Hebtrek Nederland maakt bovendien misbruik van het identiteitsverschil van de diverse Hebtrek vennootschappen door de geheimhoudingsovereenkomst op haar naam in plaats van op naam van Hebtrek Diensten, als werkgever van [gedaagde01] , te sluiten. Gelet op de arbeidsrelatie die de verhouding tussen partijen kenmerkt had immers voor de hand gelegen het geheimhoudings- en boetebeding in de arbeidsovereenkomst op te nemen; dan zou het boetebeding, gelet op de onder 4.4 aangevoerde niet betwiste omstandigheden niet in stand blijven. Het enkele feit dat het boetebeding in dit geval niet in de arbeidsovereenkomstmaar in een separate overeenkomst met een andere tot de Hebtrek-groep behorende vennootschap is opgenomen, maakt dat gelet op het voorgaande niet anders. Hebtrek kan zich niet, door dit beding in een andere overeenkomst met een andere groepsvennootschap op te nemen, onttrekken aan het wettelijk regime dat is ingegeven door bescherming van de werknemer in een intrinsiek ongelijkwaardige verhouding. Dit betekent dat Hebtrek Nederland geen beroep kan doen op het boetebeding. Het beroep van Hebtrek Nederland op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid is met de enkele stelling dat een zorgvuldige omgang met verstrekte informatie en integer handelen een verplichting tot het betalen van boete schept, onvoldoende onderbouwd en leidt niet tot een ander oordeel.
4.8.
Dit betekent dat de primaire vordering wordt afgewezen.
Subsidiair: onrechtmatig handelen
4.9.
Hebtrek Nederland stelt dat [gedaagde01] met de onder 4.1 genoemde acties onrechtmatig heeft gehandeld. [gedaagde01] betwist dat hij geen toegang had tot de management chats. Dat hij berichten heeft gelezen is, gelet op het doel waarvoor het is gebruikt, volgens hem niet onrechtmatig.
Chats
4.10.
Hebtrek Nederland verwijt [gedaagde01] dat hij management chats uit het interne systeem heeft gekopieerd terwijl hij niet voor die chats was geautoriseerd en het bewaren van kopieën van die chats niet het in de geheimhoudingsovereenkomst bedoelde doel diende. [gedaagde01] betwist dat. De toegang tot de chats, waaronder de management chat, is hem in het kader van zijn IT- werkzaamheden verleend door verstrekking van de digitale sleutel tot de chatroom van [naam03], ten aanzien waarvan [gedaagde01] betwist dat Hebtrek Nederland de eigenaresse is, zodat zij daarom niet vorderingsgerechtigd is.
[gedaagde01] betwist verder in strijd te hebben gehandeld met de doelstelling van de geheimhoudingsovereenkomst door informatie in een juridische procedure tegen Hebtrek Diensten in te brengen. Met vertegenwoordiging van partijen door advocaten is de waarborg voor bescherming van bedrijfsinformatie volgens hem immers gegeven.
4.11.
De rechtbank oordeelt dat evident is dat [gedaagde01] zichzelf ongeautoriseerd toegang heeft verschaft tot de privé management chat. De inhoud daarvan was immers niet voor [gedaagde01] , die in dienst was als IT-er en geen lid was van het management, bestemd. [gedaagde01] behoorde dat te weten. Dat hij feitelijk de chat toch heeft kunnen inzien – wat gelet op zijn functie als IT-er technisch gezien niet onbegrijpelijk is – betekent niet dat hij daartoe ook gerechtigd was, ook niet als de toegang hem niet expliciet is verboden. Reeds daarom dient het opslaan van de chats voor eigen gebruik niet het doel van informatieverstrekking als bedoeld in de geheimhoudingsovereenkomst en gaat het verweer dat bescherming is gewaarborgd niet op. [gedaagde01] had zichzelf geen toegang mogen verschaffen tot de management chat en heeft dat niettemin gedaan. Daarmee heeft hij onrechtmatig gehandeld.
Database
4.12.
Niet in geschil is dat [gedaagde01] op 19 december 2021 de MongoDB heeft verwijderd en de verbinding met de server van Hebtrek heeft verbroken, waardoor de database offline is geweest. [gedaagde01] betwist dat hij dit moedwillig heeft gedaan en voert aan dat hij data heeft verwijderd met als doel om project [naam03] af te ronden, waarna hij een script heeft aangezet dat de (verwijderde) data opnieuw zou moeten laden in de nieuwe structuur. Dat verliep helaas niet succesvol. [gedaagde01] voert aan vervolgens geconfronteerd te zijn met zijn ontslag op staande voet en het gelijktijdig verbreken van de digitale communicatie. Dit maakte het voor hem onmogelijk om de data opnieuw te laden, of de door hem van de database opgeslagen kopie aan Hebtrek Nederland te verstrekken, omdat hij niet meer via het discord kanaal kon communiceren. [gedaagde01] meent dan ook dat hem geen verwijt kan worden gemaakt en dat zijn handelen daarom niet onrechtmatig is.
4.13.
Het betoog van [gedaagde01] faalt. [gedaagde01] had moeten beseffen dat de MongoDB van essentieel belang was voor de bedrijfsvoering van Hebtrek, temeer hij direct na ontdekking is gesommeerd tot onmiddellijke terugplaatsing. Het (arbeidsrechtelijk) geschil waarin hij met zijn werkgever verwikkeld is geraakt, rechtvaardigt niet dat hij dat belang niet in acht neemt. Dat aan [gedaagde01] de toegang tot het gebruikelijke communicatiekanaal discord was ontzegd, neemt niet weg dat er andere middelen (zoals e-mail en telefoon) voorhanden waren om afspraken te maken over het weer ter beschikking stellen van de data, waarvan [gedaagde01] volgens zijn eigen verklaring een kopie had, terwijl Hebtrek niet over de data beschikte omdat het origineel door [gedaagde01] uit de lucht was gehaald. Dat [gedaagde01] jong en relatief onervaren was, onder hoge druk stond en zich door zijn werkgever niet gesteund voelde, is geen reden om zich aan zijn verantwoordelijkheid te onttrekken, laat staan om Hebtrek met het achterhouden van de voor haar bedrijfsvoering essentiële kopie een hak te zetten. [gedaagde01] had zich ervoor moeten inspannen dat de tot zijn beschikking staande kopie van de database zo spoedig mogelijk aan Hebtrek ter beschikking werd gesteld. Tenminste had hij contact moeten opnemen over het terugzetten van de data. Door dat niet te doen, heeft hij onrechtmatig jegens Hebtrek Nederland gehandeld. Dat de werkwijze van Hebtrek Nederland, waarbij zij – naar eigen zeggen tijdelijk in verband met de migratie – niet over een kopie van de database beschikte – kwetsbaar was, maakt dat niet anders. [gedaagde01] wist dat immers.
Schade
Chats
4.14.
Hoewel het ongeautoriseerd kennisnemen van informatie uit management chats op zichzelf onrechtmatig is, stelt Hebtrek Nederland slechts dat voor bepaling van de schade aansluiting bij het boetebeding gerechtvaardigd is. Daarmee heeft zij haar stelling dat schade is geleden geen handen en voeten gegeven terwijl dat gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde01] wel op haar weg had gelegen. Ten aanzien van deze overtreding wordt de vordering tot schadevergoeding daarom als op het punt van de schade onvoldoende onderbouwd afgewezen.
Database
4.15.
Hebtrek Nederland stelt door het handelen van [gedaagde01] schade te hebben geleden doordat zij bestellingen misliep en voor haar bedrijfsvoering belangrijke data verloren is gegaan. Verder heeft Hebtrek Nederland tijd besteed aan het reproduceren van deze data. Dit is gedeeltelijk gelukt, maar Hebtrek Nederland stelt nog steeds nadelige effecten te ondervinden van ontbrekende data.
4.16.
[gedaagde01] betwist dat het verwijderen van de database tot grote financiële gevolgen voor Hebtrek Nederland heeft geleid. Ten eerste betwist [gedaagde01] dat Hebtrek Nederland eigenaresse is van de database, omdat het gaat om een opensource document-georiënteerde database, waarin de data slechts aan haar ter beschikking worden gesteld. Reeds daarom is Hebtrek Nederland niet vorderingsgerechtigd. Ten tweede is volgens [gedaagde01] geen sprake van schade omdat Hebtrek Nederland niet afhankelijk is van de database waarvan hij het merendeel van de data heeft verwijderd. Dat was namelijk een kopie, terwijl Hebtrek Nederland beschikte over het origineel.
4.17.
De rechtbank oordeelt als volgt. Hebtrek Nederland heeft diverse aan haar gerichte facturen voor kosten in verband met onder meer de MongoDB, de domeinnaam hebtrek.nl en de webserver overgelegd. [gedaagde01] heeft daar niets tegenin gebracht, waarmee hij zijn betwisting onvoldoende gemotiveerd heeft gehandhaafd. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat Hebtrek Nederland de entiteit is die de vorderingen in deze procedure kan instellen.
Dat Hebtrek Nederland over het origineel van de database beschikte is niet onderbouwd en ook niet te rijmen met de erkenning van [gedaagde01] dat hij (onopzettelijk) de database heeft verwijderd. Dit verweer wordt dan ook gepasseerd. Voor zover [gedaagde01] erop doelt dat Hebtrek wel beschikte over oudere gegevens heeft hij onvoldoende toegelicht dat die voldoende waren voor de bedrijfsvoering.
4.18.
Bij de begroting van de schade is uitgangspunt in welke positie Hebtrek Nederland zou hebben verkeerd zonder de onrechtmatige gedragingen van [gedaagde01] . Dit vergt een vergelijking van de werkelijke situatie en de hypothetische situatie die zonder het uit de lucht halen van de MongoDB zou zijn ontstaan. Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv heeft Hebtrek Nederland de stelplicht (en als daaraan wordt toegekomen de bewijslast) van de (hoogte van de) schade. Aan het aannemelijk maken van deze schade mogen geen al te hoge eisen worden gesteld. De hypothetische situatie heeft zich immers niet voorgedaan. In zo een geval, waarin vergelijking tussen een hypothetische en werkelijke situatie niet goed mogelijk is, moet de rechter op andere wijze (schattenderwijs) de schade zo goed mogelijk begroten (HR 10 december 2020, ECLI:NL:HR:2021:1842).
4.19.
Bij de onder 4.18 bedoelde wijze van schadebegroting past in elk geval niet dat de schade wordt vastgesteld op het bedrag van de boete, zoals door Hebtrek Nederland gesteld.
Omzetverlies
4.20.
Hebtrek Nederland stelt dat het uit de lucht halen van de MongoDB en het ontbreken van data tot omzetverlies heeft geleid. Dat dit omzetverlies als gesteld tot en met 31 december 2021 heeft geduurd is niet onaannemelijk en ook niet door [gedaagde01] bestreden. De rechtbank neemt de door Hebtrek Nederland voor deze periode overgelegde gegevens, waarvan de juistheid niet is betwist, dan ook tot uitgangspunt. Voor het omzetverlies zoekt Hebtrek Nederland aansluiting bij door haar overgelegde transactiegegevens afkomstig van haar betaalprovider. Uit die gegevens volgt dat klanten in december 2020, na terugstortingen, € 105.819,84 aan Hebtrek hebben betaald. Dit komt neer op gemiddeld € 3.413,54 per dag. Op 19 december 2021, toen de MongoDB uit de lucht was, is, na terugstortingen, een totale transactiewaarde van € 1.385,71 geregistreerd. Dit betekent dat het verschil in ontvangsten voor deze dag vergeleken met de gemiddelde transactiewaarde een jaar eerder € 2.027,83 bedraagt. Voor de periode 20 tot en met 31 december 2021 blijkt uit de cijfers van Hebtrek Nederland, na aftrek van terugstortingen, een totaal aan betalingen van € 16.619,36 voor 12 dagen, dus gemiddeld € 1.384,95 per dag. Afgezet tegen het gemiddelde van € 3.413,54 per dag een jaar eerder, bedraagt het verschil
€ 2.028,59 per dag. Dit leidt tot een verschil in ontvangen betalingen van (€ 2.028,59
× 12 =) € 24.343,08. Tezamen maakt dit dat in 2021 (€ 2.027,83 + € 24.343,08 =)
€ 26.370,91 minder aan betalingen is ontvangen dan in dezelfde periode in 2020, toen de database wel beschikbaar was.
4.21.
Terecht heeft [gedaagde01] hier tegen ingebracht dat de transactiewaarde niet gelijkstaat aan de omzet, omdat de omzet van Hebtrek Nederland slechts bestaat uit commissie. Volgens [gedaagde01] bedraagt de commissie 25 procent van de transactiewaarde. Hebtrek Nederland heeft dat niet betwist, zodat de rechtbank uitgaat van de juistheid daarvan. Dit betekent dat het omzetverlies wordt vastgesteld op (€ 26.370,91 × 25 procent =) € 6.592,73 voor 13 dagen. Volgens Hebtrek Nederland is haar commissie altijd exclusief btw, maar betaalt zij wel belasting. Bij gebreke van concrete stellingen op dit punt neemt de rechtbank een belastingdruk van 25 procent tot uitgangspunt. Dit leidt tot een totaal bedrag aan netto omzetverlies van (€ 6.592,73 × 0,75 =) € 4.944,55. Aangenomen moet voorts worden dat Hebtrek Nederland in verband met de omzet enige (vaste) kosten zou hebben gemaakt. Bij gebreke van nadere gegevens schat de rechtbank die op circa 10%, zodat het netto-omzetverlies op afgerond € 4.500,- uitkomt.
Kosten
4.22.
Hebtrek Nederland heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij kosten heeft gemaakt in verband met tijdsbesteding aan het reproduceren van de data in de MongoDB. Hebtrek Nederland heeft van die tijdsbesteding een specificatie verstrekt. [gedaagde01] heeft de inhoud daarvan niet betwist. De gehanteerde uurtarieven van € 24,00 en € 16,00 komt de rechtbank niet onredelijk voor. Bij het aantal in rekening gebrachte uren plaatst de rechtbank de kanttekening dat tijdsbesteding in verband met (voorbereiding van) het juridische en strafrechtelijke traject en het verzamelen van bewijs niet voor vergoeding in aanmerking komt omdat in het procesrecht in dit kader slechts ruimte is voor vergoeding van gefixeerde tarieven voor proceskosten. Volgens een specificatie van Hebtrek Nederland bedrage de totale kosten voor tijdsbesteding € 18.112,00. In verband met een kennelijke rekenfout moet dit bedrag met € 8.960,- worden gecorrigeerd. In verband met voormelde kanttekening moet een bedrag van (€ 2.112,- + € 480,- =) 2.592,- in mindering wordt gebracht. Hiermee komt de schade op dit punt uit op € 6.560,-.
Wettelijke rente over schadevergoeding
4.23.
De gevorderde wettelijke rente is op de wet gegrond en niet betwist. Omdat ten aanzien van de ingangsdatum geen stellingen zijn ingenomen, zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag van dagvaarding.
Conclusie
4.24.
De slotsom is dat [gedaagde01] (€ 4.500,- + € 6.560,- =) € 11.060,- aan schadevergoeding moet betalen.
4.25.
De gevorderde verklaring voor recht wordt afgewezen omdat Hebtrek Nederland niet heeft gesteld en evenmin aannemelijk is dat zij daarbij een ander (zelfstandig) belang heeft dan het vergoed krijgen van haar schade.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.26.
Hebtrek Nederland vordert buitengerechtelijke incassokosten op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). [gedaagde01] voert het verweer dat de kosten niet zijn gespecificeerd en bovendien vallen onder het bereik van de proceskostenvergoeding.
4.27.
In dit geval is de toe te wijzen vordering gegrond op onrechtmatige daad. Het Besluit is daarop niet van toepassing. De rechtbank beoordeelt de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom aan de hand van het Rapport BGK-integraal, zodat beoordeeld moet worden of kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het doen van een schikkingsvoorstel, inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op de gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Hebtrek Nederland heeft onvoldoende onderbouwd dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. De enkele toezending van een sommatiebrief die ook als veertiendagenbrief kan worden aangemerkt en waarin rechtsmaatregelen worden aangekondigd, is daartoe onvoldoende. Die kosten houden bovendien verband met de voorbereiding van de procedure en vallen daarmee op grond van artikel 237-240 Rv onder de vergoeding waarin de proceskostenveroordeling voorziet. De vordering wordt dan ook afgewezen.
Proceskosten en nakosten
4.28.
[gedaagde01] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van Hebtrek Nederland worden, op basis van het toe te wijzen bedrag, begroot op:
  • dagvaarding € 105,31
  • griffierecht € 2.837,00
  • salaris advocaat €
Totaal € 4.138,31
4.29.
De wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar vanaf de bij de rechtbank gebruikelijke termijn van 14 dagen na de datum van het vonnis.
4.30.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.31.
Het vonnis zal ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard omdat de daartoe strekkende vordering op de wet is gegrond en tegen die vordering geen verweer is gevoerd.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Hebtrek Nederland te betalen een bedrag van
€ 11.060,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van Hebtrek Nederland tot op heden begroot op € 4.138,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na dit vonnis;
5.3.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.
3268/3708/106

Voetnoten

1.zaaknummer 9944601 CV EXPL 22-18728.