ECLI:NL:RBROT:2023:4679
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een WIA-uitkering en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA-uitkering. Eiser had zijn aanvraag om een WIA-uitkering ingediend, welke door verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, was afgewezen met een primair besluit op 20 december 2021. Na bezwaar had verweerder op 15 september 2022 het bezwaar gegrond verklaard en een WIA-uitkering toegekend vanaf 21 oktober 2021. Eiser ging echter in beroep tegen dit besluit, omdat hij van mening was dat zijn arbeidsongeschiktheid niet correct was vastgesteld. De rechtbank heeft op 23 mei 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en zijn vader. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek dat door verweerder is uitgevoerd niet zorgvuldig is geweest, omdat er geen spreekuurcontact heeft plaatsgevonden met een geregistreerd verzekeringsarts. De rechtbank oordeelt dat de motivering van de verzekeringsarts onvoldoende is om af te zien van een spreekuurcontact, vooral gezien de medische klachten van eiser. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiser.